Arcyria cinerea (Asgrauw netwatje) herken je aan de vuilwitte, grijzige kleur. De vruchtlichamen staan verspreid of in groepen. Ze kunnen bolvormig, cilindrisch of kegelvormig zijn.
De steel is 0.2-1.5 mm lang, bij groepen zijn de stelen vaak versmolten. De steel is gevuld met cysten die aan de voet tot 22 mu groot kunnen zijn.
Het peridium verdwijnt snel, er blijft een kommetje over. De kom is vrij vlak, klein, geelachtug en doorschijnend. De binnenzijde is glad of heeft zeer fijne papilletjes of richeltjes.
Het capillitium is klein- tot redelijk wijdmazig en zet vooral in de hoogte uit. Het capillitium is stevig met de kom verbonden en waait niet weg. De buizen in het midden en onderin het vruchtlichaam zijn dikker dan de buizen aan de rand. Ook zijn ze glad, terwijl de buitenste buizen bedekt zijn met stekels en soms ook met halve ringen. Afmeting 4-6 mu in het midden, 2-4 mu aan de randen.
De sporen zijn (6-)7.8 mu groot en bedekt met zeer fijne wratjes.
Het plasmodium is wit, soms grijs of groenachtig.