familie | Appelmosfamilie (Bartramiaceae) |
info familie | De mossen uit deze familie vormen meestal dichte, viltige kussens van liggende tot opstijgende of rechtopstaande stengels. Het blad is lancetvormig of smal. De blaadjes hebben een nerf, de bladrand is getand. De bladcellen zijn rechthoekig tot bijna vierkant en bobbelig. De kapsels zijn opvallend rond, in droge toestand meestal overlangs gestreept. Een voorbeeld van een dergelijk mos is Philonotis fontana (Beekstaartjesmos). Appelmos (Bartramia pomiformis) komt bijna niet meer voor in Nederland. In het wallengebied van NO-Friesland (Oostermeer, Drogeham, Twijzel) is het laatste bolwerk van appelmos. Het gaat om de steile noordwest- of noordoostkanten van houtwallen die voor minder dan de helft begroeid zijn met schrale grassen (struisgras, schapengras) en verder met mossen. Gewone eikvaren en dicht havikskruid zijn karakteristiek op de noordzijde en heischrale soorten zoals muizenoor, mannetjesereprijs, kruipganzerik en struikhei op de zuidzijde. |
naam | pijpenragermos (Breutelia chrysocoma) |
waar | op natte en doorspoelde plakken in heide en grazige hellingen en steilkanten |
rijpe kapsels | - |
specifiek | het afstaande, in een draadvormige spits uitlopende blad doet aan een pijpenrager denken - stengel bedekt met bruin rizoïdenvilt |
blad | breed ei-lancetvormig, uitlopend in een dunne, bijna draadachtige spits, bladrand vlak en in het bovenste gedeelte fijn gezaagd |
sporenkapsel | zeldzaam, rond, op korte, gebogen kapselsteel verscholen tussen de blaadjes |