Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Gesteelde haarmuts (Orthotrichum anomalum)
De Gesteelde haarmuts is een van de weinige haarmutsen die op steen voorkomt. De kapsels hebben een bruine of roodachtige steel en steken boven de blaadjes uit. Het huikje (mutsje) is weinig tot sterk behaard.
De Gesteelde haarmuts groeit in olijf-, bruin- of donkergroene of zwartachtige kussentjes of zoden.
De Bleke haarmuts komt ook uitsluitend op steen voor. De Beek-, Berg-, en de Grijze haarmuts komen zowel op schors als op steen voor. De overige haarmutsen vind je alleen op schors.
De Gesteelde haarmuts is een vaak rijk kapselende soort.
De 16 peristoomtanden zijn gepaard, bij rijpheid staan ze uit.
De Gesteelde haarmuts groeit in olijf-, bruin- of donkergroene of zwartachtige kussentjes of zoden.
De Bleke haarmuts komt ook uitsluitend op steen voor. De Beek-, Berg-, en de Grijze haarmuts komen zowel op schors als op steen voor. De overige haarmutsen vind je alleen op schors.
De Gesteelde haarmuts is een vaak rijk kapselende soort.
De 16 peristoomtanden zijn gepaard, bij rijpheid staan ze uit.
Kenmerken van het geslacht Haarmuts (Orthotrichum) waartoe Gesteelde haarmuts behoort.
Haarmutsen lijken op kleine, ronde bladerboeketjes met de kapsels als bloemen verscholen tussen het blad of er net boven uitstekend.
Je vindt de groene polletjes vooral op boomstammen, maar sommige soorten groeien ook op steen.
Bij droogte staan de stengels rechtop, bij vocht spreiden ze zich uit.
Het blad is eirond, langwerpig tot lijn-lancetvormig, niet ruw. De randen zijn gaaf of getand bij de top. De top is scherp tot stomp. Alleen de Grijze haarmuts heeft een glashaar. De basale cellen van het blad zijn langwerpig, de overige rondachtig.
De kapsels steken net boven het blad uit of zitten tussen de bladeren verscholen.
Het huikje (mutsje) is mijtervormig, conisch-langwerpig tot kort conisch, niet gespleten aan de basis, glad of papilleus, wat harig of kaal, geplooid, bedekt het gehele kapsel. De peristoom heeft een dubbele rij tanden.
Haarmutsen lijken op kleine, ronde bladerboeketjes met de kapsels als bloemen verscholen tussen het blad of er net boven uitstekend.
Je vindt de groene polletjes vooral op boomstammen, maar sommige soorten groeien ook op steen.
Bij droogte staan de stengels rechtop, bij vocht spreiden ze zich uit.
Het blad is eirond, langwerpig tot lijn-lancetvormig, niet ruw. De randen zijn gaaf of getand bij de top. De top is scherp tot stomp. Alleen de Grijze haarmuts heeft een glashaar. De basale cellen van het blad zijn langwerpig, de overige rondachtig.
De kapsels steken net boven het blad uit of zitten tussen de bladeren verscholen.
Het huikje (mutsje) is mijtervormig, conisch-langwerpig tot kort conisch, niet gespleten aan de basis, glad of papilleus, wat harig of kaal, geplooid, bedekt het gehele kapsel. De peristoom heeft een dubbele rij tanden.
| familie | Haarmutsfamilie (Orthotrichaceae) |
| info familie | De belangrijkste geslachten binnen deze familie zijn Orthotrichum (Haarmutsen), Ulota (Kroesmossen) en Zygodon (Iepenmos). |
| naam | gesteelde_haarmuts (Orthotrichum anomalum) |
| waar | basisch gesteente, onbeschut |
| rijpe kapsels | n.a |
| specifiek | - |
| blad | - |
| sporenkapsel | sporenkapsel met 8 lange en daartussen 8 korte ribben. Het huikje is schaars of sterk behaard. Peristoomtanden 16 en gepaard. |