Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Gekroesde haarmuts (Orthotrichum pulchellum)
Het sporenkapsel steekt buiten de bladeren uit. Kenmerken sporenkapsel: huidmondjes op de bovenste helft van het sporenkapsel (mic). Exostoomtanden oranjerood, 8 paar, later vaak gespleten tot 16. Oude kapsels langwerpig cilindervormig, weinig ingesnoerd
Kenmerken van het geslacht Haarmuts (Orthotrichum) waartoe Gekroesde haarmuts behoort.
Haarmutsen lijken op kleine, ronde bladerboeketjes met de kapsels als bloemen verscholen tussen het blad of er net boven uitstekend.
Je vindt de groene polletjes vooral op boomstammen, maar sommige soorten groeien ook op steen.
Bij droogte staan de stengels rechtop, bij vocht spreiden ze zich uit.
Het blad is eirond, langwerpig tot lijn-lancetvormig, niet ruw. De randen zijn gaaf of getand bij de top. De top is scherp tot stomp. Alleen de Grijze haarmuts heeft een glashaar. De basale cellen van het blad zijn langwerpig, de overige rondachtig.
De kapsels steken net boven het blad uit of zitten tussen de bladeren verscholen.
Het huikje (mutsje) is mijtervormig, conisch-langwerpig tot kort conisch, niet gespleten aan de basis, glad of papilleus, wat harig of kaal, geplooid, bedekt het gehele kapsel. De peristoom heeft een dubbele rij tanden.