Craterium concinnum (Bruin kalkbekertje)
Het Bruin kalkbekertje is tot 1 mm groot en nogal variabel qua kleur. De soort komt veel voor op elzenpropjes en -takjes, maar ook op kruidachtige stengels en plantdelen.
De kleur van de sporocarpen is meestal okerbruin en grijs, de onderkant van de beker is donkerbruin.
Hypothallus ovaal, bruin of kleurloos, nauwelijks zichtbaar.
Het bovenste deel van het sporangium heeft een iets verdikte rand bij de deksel. Het dekseltje is iets gebold en lichter van kleur dan het sporangium.
Capillitium bestaat uit korte, kleurloze, dunne draden die talrijke, veelhoekige (meestal driehoekige) kalklichamen met elkaar verbinden. De kalklichamen zijn in het centrum van het vruchtlichaam meestal groter en soms verenigd tot een pseudocolumella.
De sporenmassa is donkerbruin, sporen paarsbruin, dicht geruwd, 8-10 mu.
In de minituin (1)
Vanuit het wat kleurloze plasmodium ontstaan witte vruchtlichamen die binnen een paar uur via roodbruin naar donker grijsbruin verkleuren. Opvallend is de verdikte, witte rand bij het deksel. Deze kalkbekertjes groeien op stengels van de clematis.
Maar het kan ook anders. Op de elzenpropjes verschijnt een heldergeel plasmodium. Hieruit ontwikkelen zich gele, naar oranjebruin verkleurende vruchtlichamen. Ze hebben een gegolfde rand bij het deksel.
De steel is roodbruin.
Je denkt aan 2 verschillende soorten, maar microscopisch lijken de soorten identiek.
Zie ook Nieuwsbrief no. 5 van de NMV - slijmzwammenproject
In de minituin (2)
Op 25-07-2023 verzamel ik een bakje elzenpropjes tijdens een wandeling door Lusthof De Haeck. Na een week of vier verschijnt een geel plasmodium dat over de propjes en vooral ook over de wand van het bakje kruipt. Het blijkt een Didymium te zijn. Na ongeveer een week kruipt echter een tweede geel plasmodium over de propjes. Er groeien kleine, gele bekertjes uit die bij het rijpen tal van bruinachtige tot groenige kleurtjes krijgen. Het Bruine kalkbekertje, zeggen de microscoopresultaten. Kenmerken van het geslacht Craterium (Kalkbekertje) waartoe Bruin kalkbekertje behoort.
De vruchtlichamen van de kalkbekertjes zijn gesteeld en hebben een min of meer bol- tot kegelvormig sporangium.
Het peridium bestaat uit 2 lagen - een stevige, kalkrijke buitenlaag en een vliezige, gladde binnenlaag.
De sporangia openen met een dekseltje en uiteindelijk blijft een kom of beker achter. Er is geen columella. Het capillitium bestaat uit dunne, kleurloze buizen die vooral op de knooppunten vaak verbreed zijn en kalk bevatten (kalklichamen).
De sporenmassa is donkerbruin.