Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Vingerhoedje (Verpa conica)
Het vingerhoedje is een echte voorjaarspaddestoel, die al vroeg in het voorjaar verschijnt. Vaak te vinden onder loofbomen en struiken, met een voorkeur voor de meidoorn, in loofbossen, struwelen, parken en moestuinen (tussen de aardbeien). De zwam is te vinden tot half juni, toptijd half april tot half mei.
Kenmerkend is het klokvormige, bruine hoedje dat alleen in het midden vastzit aan de steel, hierdoor lijkt het hoedje te balanceren. Op de hoed zitten soms brede rimpelpatronen, maar vaak is de hoed ook glad. Gerimpeld doet het Vingerhoedje denken aan een morielje. Deze laatste zit echter op meerdere punten vast aan de steel. Microscopisch gezien heeft het Vingerhoedje asci over de gehele hoed, de morielje slechts in de groeven.
Sporen 17-26x11-15 mu, glad, elliptisch, zonder oliedruppels. Asci 8-sporig. Parafysen cilindrisch met ronde tot iets knotsvormige of gekopte top, gesepteerd, tot 12 mu breed.
Kenmerken van het geslacht Verpa (Verpa) waartoe Vingerhoedje behoort.
Het geslacht Verpa behoort na wat omzwervingen tegenwoordig tot de familie van de Morchellaceae. Evenals de vertegenwoordigers van het geslacht Morchella zijn paddestoelen uit dit geslacht eetbaar, mits gekookt.
Een derde geslacht binnen de Morchella-familie is Disciotis. Dit zijn bekervormige zwammen. De bekendste is de Grote aderbekerzwam.
Het geslacht Verpa bestaat uit 5 soorten. In Nederland kennen we daarvan de Verpa conica - het Vingerhoedje.