Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Roetkleurige schijntrechterzwam (Pseudoclitocybe expallens)
Kenmerkend voor de Roetkleurige schijntrechterzwam is de combinatie van een trechtervormige hoed, veel korte lamellen en een lange steel.
De hoedkleur varieert van olijfachtig zwart tot blauwachtig grijs. Aanvankelijk is het oppervlak zijdeachtig glanzend. Bij het ouder worden verkleurt de hoed naar grijsbruin. Verder is de hoed tot ongeveer halverwege doorschijnend gestreept.
De aflopende lamellen zijn bleekgrijs met blauwige tint. Er zijn veel korte lamellen
De steel heeft dezelfde kleur als de hoed, maar dan bleker. De voet is breder en harig.
De geur is zwak en doet denken aan blauwzuur of bittere amandelen.
De soort komt voor in schrale graslanden en in de duinen.
De sporen zijn ellipsvormig, 7-10x5-7 mm. De hoedhuid is een cutis van liggende, gladde hyfen, met hier en daar korte vertakkingen.
Kenmerken van het geslacht Schijntrechterzwammen (Pseudoclitocybe) waartoe Roetkleurige schijntrechterzwam behoort.
Het vruchtlichaam lijkt op een trechterzwam en heeft een lange steel. De hoedkleur is bruin tot grijs, al dan niet fijn gestreept. De lamellen zijn aflopend en gevorkt. De kleur is wittig.
De schijntrechterzwammen hebben ellipsvormige, hyaliene, amyloide sporen. Er zijn geen cystidia.
De soort groeit op de grond tussen mossen of grassen of op naalden, bladeren of hout. In de noordelijke landen komen slechts 2 soorten voor, P.cyathiformis (Bruine schijntrechterzwam) en de P. expallens (Roetkleurige schijntrechterzwam).