Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Elzenkrulzoom (Paxillus filamentosus)
De Elzenkrulzoom vormt ectomycorrhiza met Els en komt voor op vochtige, zandige of kleiïge bodem. Vooral in het westen van het land te vinden.
De hoed heeft een ingerolde rand en het oppervlak breekt al snel open in radiair gerangschikte, vezelige schubben. De schubben zijn wat donkerder dan de rest van het hoedoppervlak.
De lamellen staan dichtopeen, zijn vaak gevorkt en lopen boogvormig langs de steel af. Ze zijn gemakkelijk los te trekken. De lamellen zijn geelbruin en verkleuren roodbruin bij kneuzing.
De steel is vaak maar half zo lang als de hoed diameter. Aan de basis zit bleek roze vilt. Het oppervlak is droog en wat vezelig.
De Gewone krulzoom komt helaas op tal van loofbomen voor en dus ook in de buurt van elzen. Verschil is de niet-geschubde hoed.
De Zwartvoetkrulzoom groeit op stronken van naaldbomen. De hoed en steel zijn bruinfluwelig. De steel is vaak excentrisch geplaatst.
Kenmerken van het geslacht Krulzomen (Paxillus) waartoe Elzenkrulzoom behoort.
Een kleine groep van bruine, trechter- of schelp- tot waaiervormige, aan de Boleten verwante Plaatjeszwammen. Hoed gemakkelijk af te stropen van lamellen en een opvallend naar binnen gekrulde hoedrand. Sporee okerbruin, roestbruin. In Nederland komen 4 soorten voor: nl. Zwartvoetkrulzoom, Elzenkrulzoom, Gewone krulzoom en Ongesteelde krulzoom