Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Roestbruine kogelzwam (Hypoxylon fragiforme)
De Roestbruine kogelzwam groeit op dode takken van beuken met schors, soms ook op Els (Alnus), berk (Betula) of linde (Tilia).
Het vruchtlichaam is bolvormig, 4-10 mm groot en steenrood tot kaneelbruin van kleur en ligt vrij op het substraat.
De Roestbruine kogelzwam groeit vaak in groepen. Bij het ouder worden wordt het vruchtlichaam bruin tot zwart.
Binnenzijde vruchtlichaam bruinzwart tot zwart.
Sporenpoeder zwart.
Asci 160-180 mu lang en 6-8 mu breed. Sporen boonvormig, unicellulair, donkerbruin, glad, bijna ondoorzichtig, 11-15x5.5-7.5 mu groot. Aan een zijde afgeplat, de andere zijde met een lange kernspleet.
Vergelijk
De Blozende korstkogelzwam (Hypoxylon rutilum) op beukentakken, met kortere sporen.
Gladde kogelzwam (Hypoxylon fuscum) op dode takken van hazelaar en els.
Vergroeide kogelzwam (Hypoxylon multiforme) op berk, vogelkers of els. Alleen jong roodachtig, later zwart.
Kogelhoutskoolzwam (Daldinia concentrica) op loofbomen, groter en binnenzijde gestreept met lichte, concentrische zones.
Kenmerken van het geslacht Hypoxylon (Hypoxylon) waartoe Roestbruine kogelzwam behoort.
-