Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Sneeuwgors (Plectrophenax nivalis)
De Sneeuwgors komt in ons land in de winter voor langs de kust en dan vooral in het oostelijk Waddengebied. De vogels broeden in het hoge noorden, op de toendra′s.
Het winterkleed is zowel bij het mannetje als bij het vrouwtje bruinig, waarbij de rug warmer bruin en zwart gevlekt is. De snavel is licht gekleurd met donkere punt.
In het zomerkleed is het mannetje wit met zwarte rug en zwarte, middelste staartpennen. De snavel is geheel donker. Het vrouwtje is in zomerkleed wat minder duidelijk getekend dan in het winterkleed.
Kenmerken van het geslacht Gorzen (Emberizidae) waartoe Sneeuwgors behoort.
Kleine, zaadetende vogels (15 cm in lengte) met een kenmerkende vinkachtige snavel. Ze hebben vaak een bruin, gestreept verenkleed.