SPECIFICATIES - vinkfamilie | Zangvogels (Passeriformes) |
info familie | Tot deze groep behoren meer dan 5000 soorten. Kenmerkend zijn de tenen, waarvan er drie naar voren en één naar achteren wijst. Door de plaatsing van de tenen op deze wijze kunnen de vogels neerstrijken op verticale oppervlakken. Door een speciale pees die van onder de teen naar de tibiotarsus (bot in de poot) loopt. Bij het buigen van de poot wordt deze pees aangetrokken, zodat de voet omkrult en bewegingloos wordt. Zo kunnen de vogels zelfs op dunne takken of bijvoorbeeld telefoondraden slapen zonder om te vallen. Een tweede kenmerk is het met bijzondere spieren uitgerust zangorgaan, waardoor deze vogels over een enorme variëteit aan klanken kan beschikken. |
naam | vink (Fringilla coelebs) |
waar | stedelijk en agrarisch gebied, struiken, loof- en naaldbossen |
wanneer | hele jaar door, zomergast, wintergast |
meest opvallende kenmerken | mannetje bruine rug, onderzijde rozebruin, kruin en achterhoofd blauwgrijs |
verenkleed | stuit mannetje groenig, beide met twee witte vleugelstrepe |
snavel, poten, staart | vrouwtje bovenzijde grijsgroen, onderzijde vaalwit |