Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Herfstschroeforchis (Spiranthes spiralis)
De Herfstschroeforchis is een kleine, ranke orchidee, die vooral te herkennen is aan de rechtopstaande, spiraalvormige aar met klokvormige, wit-groene bloemetjes en de grijsgroene, licht behaarde bloemstengel met schutbladachtige, spitse schubben. De bovenste schubvormige bladeren hebben een gewimperde rand. Tijdens de bloei al vormt de plant een nieuw bladrozet direct naast de bloeistengel. Ook dit is een opvallend kenmerk. De oude rozet is dan al afgestorven.
De spiraalvormige gerangschikte bloemen zijn aan de buitenzijde groenachtig wit en aan de binnenzijde wit. De lip is geelgroen en aan de top gegolfd-gekarteld, de sepalen zijn eivormig en naar voren gericht, de petalen zijn lancetvormig. De bloemen geuren licht zoet.
De Herfstschroeforchis is de laatste van de bloeiende orchideeën van het jaar, de bloeitijd valt van begin augustus tot eind september.
Om de Herfstschroeforchis te zien, moet je in Nederland afreizen naar Zeeland of naar Zuid-Limburg.
Kenmerken van het geslacht Schroeforchis (Spiranthes) waartoe Herfstschroeforchis behoort.
De schroeforchissen danken hun naam aan de spiraalvormige aar (Oudgrieks speira betekent spiraal en anthos bloem).
Schroeforchissen zijn kleine, slanke planten. Ze zijn hooguit 35 cm hoog. Het zijn overblijvende, terrestrische planten met samengestelde, peenvormige wortelknollen.
De bladeren vormen een rozet vlak naast de bloemstengel. Het blad varieert in vorm van breed ovaal tot lijn-lancetvormig. De hogere bladen zitten als een schede om de stengel.
De buisvormige bloemen zijn wit, geel of lichtroze.
Schroeforchissen komen voor in graslanden, in bossen, op zure en op kalkrijke bodem.
Het geslacht telt een 30-tal soorten, waarvan er slechts 1 in Nederland voorkomt, nl. de Herfstschroeforchis.