Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Groenknolorchis (Liparis loeselii)
Aan de voet van de stengel van de Groenknolorchis bevinden zich 2 knolletjes. Eén nieuw knolletje en een tweede vaak reeds verdwenen, knolletje an het vorige jaar.
De Groenknolorchis heeft een tros met 1-10 bloemen. De bloemblaadjes zijn groenachtig geel. De buitenste en binnenste bloemdekblaadjes* zijn lijnvormig. De lip is ca. 5 mm lang, fors, gootvormig gevouwen, vaak naar boven gericht, langwerpig, stomp en aan de rand vaak fijn gekarteld.
De bloemsteeltjes zijn een halve tot een hele slag gedraaid.
* Wanneer het niet duidelijk is of de bloemblaadjes kelk- of kroonblaadjes zijn, gebruikt men de term bloemdekblad.
Kenmerken van het geslacht Liparis (Liparis) waartoe Groenknolorchis behoort.
In Nederland komt slechts 1 Liparis-soort voor: de Groenknolorchis.
Liparis-soorten zijn kleine tot middelgrote orchideeën. Ze hebben eivormig tot cilindrisch verdikte pseudobulben (bolwortels), die vaak vergroeid zijn. Het blad en de stengel spruiten aan de zijkant. De bloemkrans bestaat uit 5 bloemdekbladen, deze zijn vaak draadvormig. Elke bloem heeft een klein, stijf schutblaadje. De stengel is driehoekig. Het lipje is aan de top eirond en omgekromd, het staat rechtop. De helmknop is doosvormig. De bladen zijn opvallend glanzend groen. Aan de onderkant bevindt zich een vliezige schede, omsloten door een derde, onvolgroeid blad. De 2 bladen zijn niet gelijk. Eén blad is korter, breder, stomper en enigszins langwerpig eirond, het ander is langer, smaller, lancetvormig en puntig.