Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Canadese fijnstraal ()
De Canadese fijnstraal bloeit met een wijde, lange pluim van sterk vertakte stengels waarop trosvormig talrijke heel kleine bloemkorfjes staan. De bloempjes hebben korte, witte lintbloemen en een geel hartje van buisbloemen. Canadese fijnstraal komt ook voor als klein plantje met slechts enkele vertakkingen en bloempjes. De grootte van de plant varieert dan ook van 1 dm tot 1 m.
Het blad van de Canadese fijnstraal is lancetvormig en heeft langs de bladrand recht afstaande en wijd uiteenstaande haren.
De naam Conyza betekent ′bedekt met as′ en slaat op het zaadpluis dat de plant met een laag as lijkt te bedekken.
De plant komt oorspronkelijk uit Canada, zoals de naam al doet vermoeden. Nu komt de plant wereldwijd voor en is een zeer algemeen onkruid.
Vroeger werd de fijnstraal tot het geslacht Erigeron gerekend.
Kenmerken van het geslacht Fijnstraal (Erigeron) waartoe Canadese fijnstraal behoort.
Blad niet gespleten. Omwindsel bekervormig, halfbolvormig of wijd-kegelvormig, meerrijig. De straalbloempjes in twee of meer rijen. Plant behaard.