Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Koninginnekruid (Eupatorium cannabinum)
Het Koninginne- of Leverkruid is een hoog opschietende plant van 0,5 tot 2 m. De bladen zijn verdeeld in drie of vijf slippen, die aan de bladsteel samenkomen (handdelig blad). De gehele bladen staan twee aan twee tegenover elkaar.
De soortnaam Cannabinum duidt op de gelijkenis met de bladen van hennep (cannabis).
De bloemkorfjes vormen een dichte, platte of half-bolvormige tros. Ze zijn roodpaars, bleek rozerood of soms ook wit van kleur. Elk korfje bevat 5 bloempjes. De stijl loopt uit in 2 zeer lange, harige stempels.
Koninginnekruid groeit op vochtige plaatsen, tussen riet en biezen, in bossen en ook veel in duinvalleien.
Van het Koninginnekruid kun je thee trekken tegen verkoudheid, maar bij overdadig gebruik is het zeer schadelijk voor de lever.
De plant is een echte vlinderplant, ′s zomers zie je in de duinen vooral de duinpaarlemoervlinders en kleine vuurvlinders af en aan vliegen.
Het Koninginnekruid bloeit van juli tot september. Daarna zie je overal de dikke pluisbollen.
Kenmerken van het geslacht Leverkruid (Eupatorium) waartoe Koninginnekruid behoort.
-