Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Zomerfijnstraal (Erigeron annuus)
De bloemen van Zomerfijnstraal doen denken aan madeliefjes, maar dan op hoge stengels. Of aan wat klein uitgevallen margrietjes.
De plaat van de lintbloemen is 2-10 mm lang. Vergelijk bv. de Canadese fijnstraal met tot 1 mm lange lintbloemen.
De lintbloemen zijn beduidend langer dan de omwindselbladen. Vergelijk de veel kortere lintbloemen van Scherpe fijnstraal.
De stengel staat rechtop. De lintbloemen zijn meestal wit, maar soms blauw aangelopen. De buisbloemen zijn geel. De omwindselbladen hebben tamelijk lange afstaande haren.
De onderste bladeren zijn min of meer eivormig, grof getand en hebben een vrij lange, gevleugelde steel. Tijdens de bloei zijn deze bladeren vaak al verdord.
De bovenste bladeren zijn smaller, weinig getand tot gaafrandig en met kortere steel of zittend.
De stengel is verspreid behaard.
De vrucht is en dopvrucht of nootje, 1-zadig. De zaden van de lintbloemen hebben vruchtpluis van schubben, die van de buisbloemen hebben een haarkrans die omringd wordt door een kroontje van schubben.
Kenmerken van het geslacht Fijnstraal (Erigeron) waartoe Zomerfijnstraal behoort.
Blad niet gespleten. Omwindsel bekervormig, halfbolvormig of wijd-kegelvormig, meerrijig. De straalbloempjes in twee of meer rijen. Plant behaard.