Deze basaltzuilen zijn ontstaan in de tijd dat er nog actieve vulkanen waren in deze regio. Lava koelt slechts langzaam af wanneer het terechtkomt op een al eerder gestolde laag basalt (= zwart stollingsgesteente van aan het aardoppervlak gestolde lava). Tijdens het afkoelen krimpt de lava. Het bovenste deel van de laag koelt als eerste af en krimpt dus ook als eerste. Door het krimpen ontstaan barsten, zoals je die ook ziet in bijvoorbeeld droge kleigrond. Door bepaalde chemische eigenschappen van de lava gebeurt dat barsten in regelmatige, meestal zeshoekige patronen. De ontstane barsten volgen de afkoeling en krimping van de laag naar beneden toe, zodat er zuilen ontstaan. Het tempo waarin de lava afkoelt zorgt ook voor kleurverschillen. Van rood naar bruin, naar grijs en tenslotte naar zwart. De ontstane zuilen zijn in de loop van vele eeuwen door de zee afgesleten tot verschillende hoogtes.
Een ander overblijfsel van de vulkanische activiteiten in dit gebied zijn de fossiele bladerbedden van Ardtun. Op een eerste laag lava ontstond een meertje waar de flora zich kennelijk weer herstelde. In het meertje vormde zich een dik bed van afgevallen bladeren, van voorzover men heeft kunnen achterhalen eik, hazelaar en plataan. Een nieuwe vulkaanuitbarsting maakte een einde aan het natuurherstel en het meertje met zijn bladeren verdween onder een nieuwe laag lava. Door het ontbreken van zuurstof kon de bladerlaag fossiliseren. Veel is er niet meer over van de fossiele bladeren, de meeste zijn meegenomen door fossielenjagers. Wat rest zijn de groeven in het gesteente. De basaltkliffen langs de kust worden onderbroken door smalle inhammen. Hier kun je de fossiele laag zien en als je geluk hebt zijn er een paar stenen met duidelijke groeven afgebrokkeld.
Dwaal overigens niet te ver af van de kustlijn, zeker niet bij regenachtig weer. De uitbundige aanwezigheid van veenpluis en andere moerasplanten moet een voldoende waarschuwing zijn!