Belangrijke herkenningspunten van de Kastanjeboleet: een gladde, bij vocht kleverige, kastanjebruine hoed en sterke blauwverkleuring bij kneuzen.
Anders dan de meeste leden van het geslacht Fluweelboleten (Xerocomus)* heeft de Kastanjeboleet een kleverige hoed (bij vochtig weer). De kleur is die van kastanjes.
De buisjes zijn aangehecht, soms iets uitgebocht, recht of iets buikig. De kleur is bleek geelgroen. De buisjes verkleuren blauw bij kneuzen.
De poriën zijn klein, 2-3 per mm, hoekig, geelgroen en verkleuren sterk naar blauw bij kneuzing.
De steel is cilindrisch en zelden buikig zoals andere boleten. De steel heeft geen gekleurd netwerk zoals veel andere boleten, maar een structuur van aangedrukte bruine vezels op een bleke, oranjegele ondergrond. De top vaak bleker dan de rest van de steel.
Het vlees is wit en verkleurt enigszins blauw bij kneuzen. Geur en smaak zijn van geen betekenis.
Sporen 11-16x4-5 mu, Q=2,3-3,5m smal ellipsvormig met duidelijk deukje boven de apiculus, met iets verdikte, bleek geelbruine wand in water. Hoedhuid een ixotricoderm van smalle, cilindrische hyfen die zijn ingebed in een gelatineuze laag.
Bij loof- en naaldbomen, zeer algemeen.
Volgens recente inzichten wordt de Kastanjeboleet niet langer ingedeeld bij het geslacht Xerocomus, maar bij Imerleria (Imerleria badia).
Kenmerken van het geslacht Fluweelboleten (Xerocomus) waartoe Kastanjeboleet behoort.
Fluweelboleten hebben een droge, mat, fluwelig hoedoppervlak. Bij oudere exemplaren breekt de hoedhuid vaak open in kleine, onregelmatige plakjes. In de barstjes is het hoedvlees zichtbaar.
De buisjeslaag is gemakkelijk te verwijderen.
De steel is slank, meestal zonder netwerk.
De sporen zijn olijfbruin.
Determinatiekenmerken:
- blauwverkleuring van het vlees en de poriën
- verloopt de verkleuring snel of heel langzaam?
- zijn er rode puntjes in het vlees van de steelvoet? (Steel doorsnijden)
Overige kenmerken onder de microscoop, met name hoedhuid en sporen bekijken.
Voorbeelden van fluweelboleten zijn de Kostgangerboleet (parasiterend op aardappelbovist) en de Kastanjeboleet (hoed kleverig bij vocht, glad bij droogte). Dit zijn afwijkende soorten die niet door iedereen in het geslacht Xerocomus worden geplaatst.
De echte fluweelboleten hebben een droge, viltige (fluwelige) hoed. Ze worden in 2 groepen onderverdeeld, a. Fluweelboleet (X. subtomentosus) en b. Roodstelige fluweelboleet (X. chrysenteron). Voorbeelden zijn de Roodsteelfluweelboleet, Bruine en Bruingele fluweelboleet, Blauwvlekkende fluweelboleet, Blozende Fluweelboleet, Sombere fluweelboleet en de Fluweelboleet (X. sutobmentosus) en verder nog wat zeer zeldzame soorten.
Verschil Roodsteelfluweelboleet (Xerocomus chrysenteron), Blozende fluweelboleet (X. declivitatum) en Blauwvlekkende fluweelboleet (X. cisalpinus)
"Het verschil tussen de soorten is nu zo helder dat een goede determinatie eindelijk met speels gemak is te maken" schrijft een bekend mycoloog (
Meer duidelijkheid bij de fluweelboleten). Nou......
De enige, echte Roodsteelfluweelboleet (X. chrysenteron) heeft een grijsbruine tot donkerbruine hoed. Het vlees onder de barsten in de hoedhuid is rood. De steel is vlammend wijnrood aangelopen. Bij doorsnijden of beschadiging treedt nauwelijks een blauwe verkleuring op. Ook de poriën verkleuren niet bij druk. De Roodsteelfluweelboleet is vrij zeldzaam in Nederland en komt vooral voor in het noordelijk kustgebied.
De Blozende fluweelboleet (X. declivitatum) verkleurt bij doorsnijden van de steel een weinig blauw in het midden van de steel en bij druk op de poriën. De hoed is okerbruin tot rozebruin en barst niet of slechts weinig open bij het ouder worden. Het vlees tussen eventuele barstjes is niet rood gekleurd. De steel is geelachtig en bevat niet of nauwelijks de felrode tinten die je ziet op de steel van de Roodsteelfluweelboleet.
Bij het doorsnijden van de steel vallen de knalroodoranje vlekjes vlak boven de steelbasis op.. Deze puntjes zijn weliswaar heel klein, hooguit 1 mm, maar vallen door de felle kleur goed op. Er kunnen veel of weinig puntjes zijn, soms komen ze ook voor op de buitenste laag van het vlees onder de steelhuid. Deze pumtjes niet verwarren met de rode kleur van het vlees in de steel bij sommige soorten.
De Blozende fluweelboleet is waarschijnlijk de meest in Nederland voorkomende van de genoemde fluweelboleten.
De Blauwvlekkende fluweelboleet (X. cisalpinus) lijkt erg op de Roodsteelfluweelboleet, maar het vlees en de poriën verkleuren snel en intens blauw.
Deze fluweelboleet komt ongeveer in hetzelfde gebied voor als de Blozende.
Onder de microscoop eerst de maten van de sporen noteren en het quotiënt berekenen. Ligt het quotiënt onder of boven 2.5? Gebruik immersie-olie.
Zijn de sporen gestreept of glad. De sporen van de Blauwvlekkende fluweelboleet zijn licht gestreept, de sporen van de andere twee zijn glad. Dit is helaas niet altijd te zien met een gewone lichtmicroscoop.
Daarna dient de hoedhuid bestudeerd te worden. Bij de groep van de roodsteligen spelen de vorm en afmetingen van de terminale elementen een belangrijke rol, evenals de pigmentatie van de hoedhuid en de dikte van de gepigmenteerde laag.