HOME

Planten van schorren en kwelders

Westernieland - de kwelder in herfsttooi

Westernieland - de kwelder in herfsttooi

Buitendijks langs de kust liggen uitgestrekte vlaktes waar storm en vloed nog vrij spel hebben. Dit zijn de kwelders (Groningen en Friesland) of schorren (Zeeland). Kwelders ontstaan doordat de zee bij vloed het land overspoelt waarbij zeeklei- en zanddeeltjes worden meegebracht. De wortels en bladen van de planten op het overspoelde land houden de zeeklei vast als de zee zich bij eb terugtrekt: het land slibt op. Het zich voortdurend terugtrekkende en weer wassende water vormt geulen en kreken langs de slibophopingen rond de planten. In het sneller stromende water in de kreken bezinken alleen de zwaardere zanddeeltjes, de lichtere kleideeltjes worden meegevoerd en spoelen met het water over het rondom liggende land en bezinken aldaar. In de loop van de tijd wordt de kwelder zo steeds hoger, totdat ze uiteindelijk zo hoog is dat overstroming alleen nog plaatsvindt bij extreem hoog water en uiteindelijk helemaal niet meer. De eerder gevormde kreken verzanden en vormen kreekruggen, doordat de rondom afgezette zeeklei door ontwatering inklinkt en lager komt te liggen dan de zandige kreekruggen.

Geul doorsnijdt de kwelder

Geul doorsnijdt de kwelder

Ruwweg kun je de kwelder in 3 delen opdelen:

Engels slijkgras

Engels slijkgras volgt vaak de oevers van de kreken


Zoutminnende flora

De speciale planten die groeien op de rand van zee en land, geven de kwelders een uniek aanzien dat niet onderdoet voor bloeiende bollen- of heidevelden. In de lente en zomer paars van lamsoor of zulte, afgewisseld met gele vlakken Engels slijkgras of zilvergrijze Zeealsem, in de herfst dieprood door de afstervende zeekraal.
De planten die hier leven zijn alle zoutminnende planten, de een wat meer dan de ander en zodoende elk met een eigen plekje op de kwelder. Veel van de kwelderplanten kunnen als groente worden gegeten.

Op de grens van het wad en de kwelder, dichtbij de rijshoutdammen, groeien Zeekraal (Salicornia europaea en S. procumbens), Klein schorrenkruid (Suaeda maritima) en Engels slijkgras (Spartina anglica).

Gewoon kweldergras (Puccinellia maritima) groeit in grijsgroene grasmatten op lage kwelders, van net beneden de gemiddelde hoogwaterlijn tot net boven de gemiddelde hoogwaterlijn bij springvloed. Het blad is iets vlezig, en cilindervormig samengevouwen. De zijtakken staan na de bloei rechtop. Het gras is aantrekkelijk voor tal van grazers, zoals rotganzen, brandganzen, smienten, schapen en hazen. Zonder begrazing blijft deze soort beperkt tot een smalle strook onderaan de kwelder. Door al dat gegraas komt het gras vaak niet tot bloei, het breidt zich dan uit via worteluitlopers.

De Kortarige zeekraal, die in de herfst vuurrood kleurt, groeit vooral op open plekken in de kweldervegetatie waar het zand bedekt is met een laagje slib. Dit zijn vaak laagten waarin zout of brak water blijft staan en die ′s zomers droog vallen.
De Langarige zeekraal groeit op het hogere gedeelte van de kwelder dichter dan op het lager gelegen gedeelte. Tussen de zeekraalplanten is de bodem vaak bedekt met groenwieren en kiezelwieren. De Langarige zeekraal kleurt in de herfst bruin-geel.
Meer over Kortarige zeekraal

Klein schorrenkruid is een zeer variabele plant, de stengels kunnen uitgespreid op de grond liggen, maar ook rechtopstaan. De stengels kunnen tot een halve meter hoog groeien. Het blad is smal, vlezig en heeft een spitse top. De bloemen lijken op de bloem van Ganzenvoet en zitten in de bladoksel
Meer over Klein schorrenkruid

Engels slijkgras te herkennen aan de stijve, opstaande, vertakte stengels", "Engels slijkgras groeit in dichte pollen van stijf rechtopstaande, tot 1 meter hoge stengels. Engels slijkgras begroeit grote oppervlakken op de hogere delen van het wad. Op de kwelders vind je Engels slijkgras in de onderste zone en in ondiepe laagtes en langs de kreekoevers van de lage kwelder.
Meer over Engels slijkgras

Middenkwelder

Iets hoger, op de middenkwelder, groeien Lamsoor (Limonium vulgare), Zeealsem (Artemisia maritima), Gewone zoutmelde (Atriplex portulacoides), Zulte(Aster tripolium) en Zilte schijnspurrie (Spergularia slaina). Dit gedeelte van de kwelder stroomt niet meer bij elke vloed onder water. Wel zijn er veel geulen en kreken waar het water rijkelijk doorheen stroomt.

Gewone zoutmelde heeft zilvergrijs, gaaf blad. De bloemtros is kort en heeft slechts enkele schutbladen. De vrouwelijke bloemen hebben geen bloemblaadjes, maar worden omsloten door 2 vergroeide steelblaadjes. De mannelijke bloemen zijn geel. Vruchtkleppen aan de top vergroeid en daar verbreed, 2-3-lobbig.
Meer over Gewone zoutmelde

Lamsoor bloeit in een sterk vertakte, schermvormige pluim van blauwviolette bloemen met gele helmknoppen. Het blad is in de steel versmald, stomp, stekelpuntig en heeft een gave rand. Op de onderzijde van het blad zitten talrijke zoutklieren, deze halen het overtollige zout uit de plant. Bij zonlicht zie je de zoutkristallen glinsteren op het blad.
De Lamsoor kan niet gegeten worden. De ′lamsoor′ die in Zeeland wordt gegeten is geen Echte lamsoor, maar Zulte (of zeeaster).
Meer over Lamsoor

Zeealsem - blad tot 3-maal geveerd met draaddunne slippen, zilvergrijs", "Het blad van Zeealsem is rondom witviltig behaard. De bloemen zijn geel en buis-klokvormig, 2-slachtig, met inesloten stempellobben. Ook de omwindselblaadjes zijn witviltig.
Meer over Zeealsem

Zilte schijnspurrie behoort tot de Anjerfamilie. De bladen staan lijnvormig en paarsgewijs tegenover elkaar. De kelkbladen zijn aan de rand droogvliezig, niet of nauwelijk stekelpuntig. De steunblaadjes zijn breed 3-hoekig, halverwege rondom de bladen tot een kokertje vergroeid. Kroonblaadjes paars-roze met witte voet, of geheel wit. De stengel is kruidachtig.

Zeeaster of zulte is de enige inheemse plant onder de asters. Zoals bij alle leden van de Composietenfamilie staan de bloemen in een hoofdje. De lintbloemen zijn paars, de buisbloemen geel. Soms zijn alleen de gele buisbloemen aanwezig. Het blad is langwerpig, dik en gaaf of met getande rand. De bladeren worden als groente gegeten en heten dan lamsoren. Niet te verwarren met de Echte lamsoor die niet eetbaar is. Het hoogtepunt van de bloei valt in juni-juli.
Meer over Zulte

Rotganzen grazen op de kwelder

Rotganzen zijn dol op de kwelderflora


Hoge kwelder

Op de hoge kwelder vind je vooral Rood zwenkgras (Festuca rubra) en Engels gras (Armeria maritima). Hier groeit ook de Zilte rus (Juncus gerardii). Verder vind je in dit gezelschap Melkkruid (Glaux maritima), Zeeweegbree (Plantago maritima), Zulte (Aster tripolium), Lamsoor (Limonium vulgare), Gerande schijnspurrie (Spergularia media), Gewone zoutmelde (Atriplex portulacoides), en Schorrenzoutgras (Triglochin maritima). En vaak ook nog Zeealsem (Artemisia maritima), Fioringras (Agrostis stolonifera), Spiesmelde (Atriplex prostrata) en Zeekweek (Elytrigia atherica)

De bloemen van Engels gras staan dicht bijeen in een hoofdje. Kenmerkend is de vliezige, naar omlaag gerichte schede die onder het bloemhoofdje rond de stengel zit. De steel is fijn behaard of kaal. De buitenste schutbladen hebben een groene middenstreep, soms met een topspitsje, ze zijn korter dan het hoofdje. De binnenste schutbladen zijn vliezig en stomp en blijven na de bloei op de vrucht zitten en vormen zo een soort van valscherm, waardoor verspreiding door de wind vergemakkelijkt wordt.
Het blad is lijnvormig, tot 5 mm en heeft een gave rand. De bloemen zijn roze of wit.
Meer over Zulte

Melkkruid (Glaux) is een laag plantje met dicht bebladerde, vlezige stengels. De blaadjes onder aan de stengel staan kruisgewijs, bovenaan verspreid zittend. De bloempjes hebben geen bloemkroon, maar wel een roze kelk. Er zijn vijf meeldraden, die afwisselen met de kelktanden. De talrijke bloemen staan alleen in de oksels van de bladen. Melkkruid bloeit in mei-juli.
Meer over Melkkruid

Zeeweegbree (Plantago maritima) verschilt van andere weegbreesoorten door de behaarde kroonbuis. Om te kiemen heeft de plant zoet water nodig, maar daarna verdraagt ze ook zout water. Zeeweegbree is geliefd voedsel voor andere rotganzen.
Meer over Zeeweegbree

Niet bloeiende planten van Schorrenzoutgras lijken op Zeeweegbree. Schorrenzoutgras heeft op dwars doorsnede halfrond bladeren, Zeeweegbree vlakke en ondiep gegroefde bladeren.

De bloemen staan in een tros. De tros is forser dan die van Moeraszoutgras. Er zijn 6 bloemdekbladen en 6 meeldraden. De bloemen hebben aan de voet geen schutblad.
De vruchtjes staan niet tegen de as aangedrukt, zoals bij Moeraszoutgras.
Meer over Schorrenzoutgras

kwelder bij Westernieland

Westernieland