Overblijvende plant, aan de voet houtachtig met vele niet-bloeiende korte zijspruiten in de bladoksels. De stengelbladen staan tegenover elkaar. De bloeiwijze neemt minder dan de helft van de hoogte van de stengel in beslag. Er zijn enkele, verspreid staande schutbladen.
Na de bloei groeien de 2 blaadjes die de stamper omgeven door en vormen een driehoekig beursje om de vrucht. Het beursje loopt naar boven toe breed uit in 2 of 3 brede lobben.
familie | Amarantenfamilie (Amaranthaceae) |
info familie | Tot deze familie wordt tegenwoordig ook de Ganzenvoetfamilie (Chenopodiaceae) gerekend. Het is een lastige familie. De meestal kleine bloemen hebben nooit een kelk en kroon, maar een enkelvoudig bloemdek, soms zelfs helemaal geen bloemdek. Vaak bezitten ze of alleen 5 of minder meeldraden, of alleen een stamper met 2-4 stempels. Leden van de Ganzenvoetfamilie groeien vaak aan het strand. Leden van de oorspronkelijke Amarantenfamilie (anders dus dan de Ganzenvoeten) omsluiten met hun droogvliezig bloemdek de vrucht niet in zijn geheel. Het bloemdek is in plaats van groen, rood of anders gekleurd. |
geslacht | Melde (Atriplex) |
info geslacht | Het blad van Melde is vlak en vrij breed en lang. Het is meestal getand en heeft zijslippen of een driehoekige vorm. De kleur is groen of rood, soms witachtig bestoven. Rond de stamper zitten 2 bloemblaadjes. Na de bloei groeien deze blaadjes door en vormen zo een beursje rond de vrucht. De meeldraadbloempjes hebben een 3- tot 5-slippig bloemdek en 4-5 meeldraden. Deze bloempjes verdwijnen na de bloei of blijven onveranderd (dus groeien niet door). Het beursje loopt spits toe en kan gaaf of getand zijn. Veel leden van dit geslacht groeien aan de kust en zijn zeer zout tolerant. Deze planten slaan zout op in hun bladeren en worden daarom vaak gebruikt om grond te ontzilten. Veel meldesoorten zijn eetbaar. Bij het determineren van meldesoorten kijk je naar de bladeren en de vruchtkleppen. Dat laatste is knap lastig. Meestal heb je die details niet meegenomen op de foto′s.
|
naam | Gewone_zoutmelde (Atriplex portulacoides) |
waar | schorren en kwelders en oeverwallen van kreken |
bloei | juli - oktober |
kleur | groen tot groengeel |
blad | stengelbladen paarsgewijs tegenoverstaand, vlezig, dik, met gave rand, lepelvormig met smalle voet, blijvend melig wit-zilverachtig van kleur |
vrucht | steel van de vruchtkleppen niet verlengd, veel korter dan de vruchtkleppen om de vrucht |