Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Ridderzuring (Rumex obtusifolius)
Een zeer algemene plant in bermen en langs wegen. Een van die onkruidplanten waar je meestal aan voorbijloopt. Toch zijn de bloempjes met hun vruchtkleppen met knobbel en uitsteeksels de moeite van nader bekijken waard. De knobbels zijn vaak rood aangelopen.
De drie vruchtkleppen hebben elk 3 tot 5 vrij lange, spitse tanden aan beide kanten en ten minste voor een deel een knobbel aan de voet van de middennerf. De knobbels van de vruchtkleppen zijn glad, hoogstens na het drogen gerimpeld. De uitsteeksels aan de vruchtkleppen onderscheiden de ridderzuring van de andere zuringsoorten.
De onderste bladen zijn tamelijk breed en stomp, de hogere spitser. De randen zijn min of meer gaaf en vlak, hooguit iets golvend, maar niet zo boerenkoolachtig gekroesd als het blad van de Krulzuring.
Onderscheidende kenmerken:
- bladrand min of meer gaaf en vlak, geen spitse voetslippen
- geen blaadjes tot in de stengeltop
- lange, spitse uitsteeksels aan de drie vruchtdekslippen
Kenmerken van het geslacht Zuring (Rumex) waartoe Ridderzuring behoort.
De bloemen van dit geslacht hebben dunne steeltjes en hangen min of meer over in trossen of pluimen. Het zijn windbloemen. Ze zijn soms twee-, soms éénslachtig. De vrucht is driekantig en lijkt op een zaadje. Het wordt omsloten door vruchtdekslippen, de sterk uitgegroeide drie binnenste bloemdekslippen die als een soort vleugeltjes voor de verspreiding zorgen.
Het blad bevat zuringzout.
Er zijn veel bastaardsoorten zuring.