Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Bonte paardenstaart (Equisetum variegetum)
De tanden op de stengelscheden van de Bonte paardenstaart hebben een brede vliezige rand. Langs de stengelribben zit aan weerszijden 1 enkele rij witte stipjes, dit zijn huidmondjes.
De stengels zijn meestal liggend. Aan de voet zijn soms enkele zijtakken. Er zijn 6-10 ribben.
De Bonte paardenstaart komt voor op kalkrijke zandgrond en is vooral in de duinen te vinden.
Kenmerken van het geslacht Paardenstaart (Equisetum) waartoe Bonte paardenstaart behoort.
Paardenstaarten zijn, net als varens, sporenplanten. In de oertijd konden ze uitgroeien tot een soort bomen. De planten hebben een wortelstok waaruit bovengrondse stengels oprijzen. De stengel is geleed en heeft overlangse strepen of groeven. De stengel heeft een centrale holte, omgeven door 2 kransen van kleinere holtes. Op elke knoop - de grens tussen 2 leden - zit een krans van schubben in plaats van bladeren. Deze schubben zijn min of meer vergroeid en vormen zo een kokertje (schede) rond de knoop. De top van het kokertje staat vrij en is getand. Soms ontspringen uit de knoop ook zijtakjes. Deze zijn hetzelfde gebouwd als de hoofdstengel. De sporendoosjes zitten onder aan gesteelde schildjes aan de toppen van de stengel. Ze vormen een soort aartje.