Gele composieten met alleen lintbloemen herkennen
De plant heeft onbebladerde, vertakte, gladde, al dan niet met schubjes bedekte bloemstengels, buitenste omwindselblaadjes niet wijd uitstaand
Herfstleeuwentand - Gewoon biggenkruid
Herfstleeuwentand, bloem
- De bloemsteel is dun en vertakt
- De bloemsteel is bovenaan hol en verdikt zich geleidelijk, zodat er geen duidelijke overgang naar het omwindsel is
- De bloemstengel is bovenaan met schubjes bedekt
- De bloemknoppen zijn niet geknikt (zoals bij Kleine en Ruige leeuwentand) en alleenstaand
- Blad glad, niet behaard (soms wel weinig tot veel enkelvoudige haren), bochtig getand tot veerdelig, eindslip lang en smal (lange, spitse punt)
- Onderzijde buitenste bloemen vaak met roodachtige streep
- Alle haren van het pluis even lang en geveerd
biggenkruid
biggenkruid
Gewoon Biggenkruid (Hypochaer radicata)
- De bloemsteel is dun en vertakt
- De bloemsteel heeft geen verdikking, maar gaat duidelijk zichtbaar over in het omwindsel.
- De bloemsteel is onder de bloemen kaal, slechts enkele schubjes
- Het blad is borstelig behaard, soms met een soort ruwe bobbeltjes, bochtig getand en met een halfronde of op een gelijkzijdige driehoek lijkende punt
- De onderzijde van de buitenste bloemen is blauwachtig grijs
- De randstandige nootjes soms wel, soms niet gesnaveld, de overige altijd gesnaveld
Gewoon biggenkruid bloeit van juli tot oktober en is zeer algemeen op grazige plaatsen