Anchusa undulata

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Anchusa undulata (Anchusa%20Undulata)

Deze ossentong wordt 10-50(60) cm hoog en is geheel behaard. De enkele stengel staat rechtop en is meestal slechts bij de bloeiwijze vertakt.
De onderste blaadjes zijn gesteeld en tot 19 cm lang en tot 2,5 cm breed. De bovenste bladeren zijn kleiner, zittend, staan verspreid en zijn lancet- tot ellipsvormig, gaaf, met vaak gebogen-getande, golvende rand.
De bloemtrossen zijn dicht, de bloemen op korte steeltjes. De steunblaadjes zijn kleiner dan de kelkblaadjes, ovaal-lancetvormig en aan de voet hartvormig.
De kelkbladen zijn 5-10 mm en groeien uit tot 15(-20) mm bij zaadvorming.
De kroonbuis is 5,5-10,5 mm groot, de plaat 3-5 mm in doorsnede, blauw, blauw-violet of paars en soms ook wit.
de meeldraden zijn halverwege de buis ingeplant en reiken niet tot de kroonschubben.
De vruchten zijn nootjes.

Men onderscheidt binnen de A. undulata-groep een aantal subsoorten: subsp. undulata (helmdraden ingeplant op gelijke hoogte met kroonschubben, helmknopjes overlappend), subsp. hybrida (helmdraden ingeplant lager ingeplant, helmknopjes niet of slechts gedeeltelijk overlappend). A. subsp. granatensis is een synoniem van A. hybrida.
Kenmerken van het geslacht Ossentong  (Anchusa) waartoe Anchusa undulata behoort.

De meeldraden steken niet naar buiten. De bloemkroonbuis is door harige kroonschubben afgesloten, de helmknopjes zijn niet zichtbaar. De stengel staat rechtop. De bloemen aan de toppen van de takken staan in duidelijke schichten. De kelk is na de bloei niet vergroot. De bladen staan verspreid. Elke bloem staat in de oksel van een blaadje. De bloemen zijn trechtervormig, blauw en hebben duidelijke, harige kroonschubben. De vruchtjes zijn niet stekelig, wel gerimpeld. Het zijn echte bijenbloemen.

SPECIFICATIES - anchusa_undulata
familieRuwbladigenfamilie (Boraginaceeën)
info familieDe familie is duidelijk te herkennen aan de in schichten geplaatste bloemen, d.w.z. in twee rijen, naast elkaar, afwisselend naar rechts- en linksboven gericht.
Deze schichten zijn vaak aan de top opgerold en ontrollen zich tijdens het ontluiken.
De bladen zijn vaak ruw- , maar ook zachtharig of zelfs onbehaard.
Het vruchtbeginsel is duidelijk van buiten in vieren gedeeld met de stijl in het midden. Hieruit ontstaat een splitvrucht die in vier op zaden lijkende dopvruchtjes uiteenvalt. Dit kenmerk zie je ook bij de Lipbloemigen, maar ze onderscheiden zich van deze door de nooit regelmatig kruiswijs staande bladen en door de 5 meeldraden.
Veel soorten hebben naar binnen uitstekende plooien in de bloemkroon, de zgn. kroonschubben, die dikwijls de stamper en meeldraden bijna geheel overdekken
Ruwbladigen hebben opvallende bloemen en worden druk bezocht door insecten.
Aan de dopvruchtjes zitten vaak weerhaakjes.
naam anchusa_undulata (Anchusa%20Undulata)
waar onkruid, hoort thuis op het Iberisch schiereiland
bloei maart-juni
kleur blauw, blauwviolet
blad onderste blad gesteeld (19x2,5 cm), bovenste bladeren ongesteeld, kleiner, zittend, verspreid aan de stengel, lancetvormig-elliptisch, gaaf, vaak gebogen-getand en golvend
vrucht nootjes