Zomerfijnstraal

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Zomerfijnstraal (Erigeron%20annuus)

De bloemen van Zomerfijnstraal doen denken aan madeliefjes, maar dan op hoge stengels. Of aan wat klein uitgevallen margrietjes.

De plaat van de lintbloemen is 2-10 mm lang. Vergelijk bv. de Canadese fijnstraal met tot 1 mm lange lintbloemen.
De lintbloemen zijn beduidend langer dan de omwindselbladen. Vergelijk de veel kortere lintbloemen van Scherpe fijnstraal.
De stengel staat rechtop. De lintbloemen zijn meestal wit, maar soms blauw aangelopen. De buisbloemen zijn geel. De omwindselbladen hebben tamelijk lange afstaande haren.
De onderste bladeren zijn min of meer eivormig, grof getand en hebben een vrij lange, gevleugelde steel. Tijdens de bloei zijn deze bladeren vaak al verdord.
De bovenste bladeren zijn smaller, weinig getand tot gaafrandig en met kortere steel of zittend.
De stengel is verspreid behaard.
De vrucht is en dopvrucht of nootje, 1-zadig. De zaden van de lintbloemen hebben vruchtpluis van schubben, die van de buisbloemen hebben een haarkrans die omringd wordt door een kroontje van schubben.
Kenmerken van het geslacht Fijnstraal  (Erigeron) waartoe Zomerfijnstraal behoort.

Blad niet gespleten. Omwindsel bekervormig, halfbolvormig of wijd-kegelvormig, meerrijig. De straalbloempjes in twee of meer rijen. Plant behaard.

SPECIFICATIES - zomerfijnstraal
familieComposietenfamilie (Compositae of Asteraceae:)
info familieDe Composietenfamilie is op de Orchideeënfamilie na de grootste plantenfamilie. Meer dan een tiende deel van onze inlandse soorten behoren tot deze groep. Kenmerkend voor deze familie is de samenstelling van de bloem: elke ′bloem′ bestaat uit een aantal kleine bloempjes. Die kleine bloempjes hebben niet ieder een eigen kelk, maar ze worden bijeengehouden door een korfje of omwindsel van blaadjes. Zie voor meer informatie over deze familie Infoteksten/gele composieten elders op deze site.
naam zomerfijnstraal (Erigeron annuus)
waar op natte tot vochtige, voedselrijke, omgewerkte grond aan rivieroevers, in bermen en op dijken
bloei juli - augustus
kleur wit
blad bladen niet gelobd
vrucht dopvruchtje of nootje met 1 zaadje - pappus buisbloemen aan de buitenzijde uit kleine schubben bestaand, + borstelharen, lintbloemen met borstelharen