Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Tamme kastanje (Castanea%20sativa)
De tamme kastanje is een loofboom afkomstig uit het Middellandse Zeegebied. Kenmerkend zijn de langwerpige-lancetvormige bladeren, met grof gezaagde bladrand. De bovenzijde is glanzend donkergroen, de onderzijde iets lichter gekleurd. De stam is gedraaid en de bast zit vol groeven en spleten die van boven naar beneden lopen. Bij het ouder worden gaan ze meer schuin lopen.
De mannelijke bloemen zitten als een parelsnoer aan rechtopstaande, lange katjes, de vrouwelijke bloemen zitten aan de onderzijde van het katje, omgeven door een groene, schubachtige, bebladerde vruchtbeker. De mannelijke bloemen verspreiden een geur om insecten te lokken.
De vruchten (kastanjes) zijn roodbruin en zitten met 2-4 stuks in een bekervormig, zeer stekelig omhulsel (al aanwezig bij de vrouwelijke bloemen). Dit omhulsel (bolster) is veel fijner en venijniger stekelig dan de bolster van de Paardenkastanje. De kastanjes van de Tamme kastanje worden veel gegeten, die van de Paardenkastanje zijn giftig.
Kenmerken van het geslacht Kastanje (Castanea) waartoe Tamme kastanje behoort.
De bladeren van de kastanje hebben evenwijdig lopende nerven en een gezaagde bladrand. Het is een niet-inheemse loofboom. Er zijn ongeveer 9 soorten. De bomen kunnen 30 tot 40 meter hoog worden.
De vrucht heeft een stekelige huid en is eetbaar, nadat die huid verwijderd is. Pas echter op voor verwisseling met de Paardenkastanje (ook wel Wilde kastanje genoemd), deze is namelijk uiterst giftig. De Paardenkastanje behoort tot een geheel andere familie, nl. Aesculus hippocastanum.