Koninginnekruid

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Koninginnekruid (Eupatorium%20cannabinum)

Het Koninginne- of Leverkruid is een hoog opschietende plant van 0,5 tot 2 m. De bladen zijn verdeeld in drie of vijf slippen, die aan de bladsteel samenkomen (handdelig blad). De gehele bladen staan twee aan twee tegenover elkaar.
De soortnaam Cannabinum duidt op de gelijkenis met de bladen van hennep (cannabis).
De bloemkorfjes vormen een dichte, platte of half-bolvormige tros. Ze zijn roodpaars, bleek rozerood of soms ook wit van kleur. Elk korfje bevat 5 bloempjes. De stijl loopt uit in 2 zeer lange, harige stempels.
Koninginnekruid groeit op vochtige plaatsen, tussen riet en biezen, in bossen en ook veel in duinvalleien.

Van het Koninginnekruid kun je thee trekken tegen verkoudheid, maar bij overdadig gebruik is het zeer schadelijk voor de lever.
De plant is een echte vlinderplant, ′s zomers zie je in de duinen vooral de duinpaarlemoervlinders en kleine vuurvlinders af en aan vliegen.
Het Koninginnekruid bloeit van juli tot september. Daarna zie je overal de dikke pluisbollen.
Kenmerken van het geslacht Leverkruid  (Eupatorium) waartoe Koninginnekruid behoort.

-

SPECIFICATIES - koninginnekruid
familieComposietenfamilie (Compositae of Asteraceae:)
info familieDe Composietenfamilie is op de Orchideeënfamilie na de grootste plantenfamilie. Meer dan een tiende deel van onze inlandse soorten behoren tot deze groep. Kenmerkend voor deze familie is de samenstelling van de bloem: elke ′bloem′ bestaat uit een aantal kleine bloempjes. Die kleine bloempjes hebben niet ieder een eigen kelk, maar ze worden bijeengehouden door een korfje of omwindsel van blaadjes. Zie voor meer informatie over deze familie Infoteksten/gele composieten elders op deze site.
naam koninginnekruid (Eupatorium cannabinum)
waar vochtige plaatsen als waterkant, moeras, ook veel in duinvalleien
bloei juli - september
kleur roze
blad De bladeren zijn tegenoverstaand. De onderste bladeren zijn omgekeerd-lancetvormig en gesteeld; de bovenste bladeren zijn driedelig, lancetvormig, ongesteeld en grof gezaagd.
vrucht nootje met pappus (pluis)