Klein tasjeskruid

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Klein tasjeskruid (Teesdalia%20nudicaulis)

Klein tasjeskruid is een klein plantje dat opvalt door de lepelvormige vruchtjes. De bladen van het Klein tasjeskruid staan in een wortelrozet. Ze zijn liervormig veerspletig en hebben een stompe eindlob. Soms is er aan de stengel een enkel klein blaadje te zien.
De kroonbladen (bloemblaadjes) zijn wit en van ongelijke grootte.
Maar het leukste aan het plantje zijn, zoals al gezegd, de vruchtjes. Ze zijn sterk afgeplat, 2-hokkig, omgekeerd eirond en hebben een uitgerande top. Ze recht af van de steel. Het lijken net kleine lepeltjes.

Het Klein tasjeskruid groeit op droge, open, vrij zure zandgrond en komt ook in de duinen voor.
Kenmerken van het geslacht Teesdalia  (Teesdalia) waartoe Klein tasjeskruid behoort.

Vruchten minder dan 3x zo lang als breed.
Kroonbladen wit, ongedeeld, van ongelijke grootte (2 groter dan de overige)
Vruchtjes sterk afgeplat, gevleugeld, 2-hokkig
Bladen in een wortelrozet

SPECIFICATIES - klein_tasjeskruid
familieKruisbloemenfamilie (Cruciferae of Brassicaceae)
info familiePlanten uit deze familie zijn redelijk gemakkelijk te herkennen, omdat de bloemen en de vruchten volgens hetzelfde plan zijn gebouwd. Kenmerkend is dat er, behalve op het eind en het begin van de bloei, altijd zowel knoppen, bloemen als vruchten aan een plant zitten, waarbij de bloeiende bloemen altijd het hoogst aan de stengel zitten.
De bouw van de kruisbloemfamilieleden is als volgt:
  • 4 losse kelkblaadjes
  • 4 losse bloemblaadjes
  • 2 korte en 4 langere meeldraden
  • stamper bestaand uit een vruchtbeginsel, een korte stijl met knopvormige of gespleten stempel
  • vrucht een hauw of een hauwtje
  • vruchten openen met 2 kleppen, tussen de kleppen zit een vliezig tussenschotje, langs de randen hiervan groeien de zaden
naam klein_tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis)
waar op open, droge, vrij zure zandgronden, ook in de duinen
bloei april-juni
kleur wit
blad bladen in rozet, liervormig veerspletig, met stompe eindslip, kaal
vrucht 2-hokkig, afgeplat, omgekeerd eirond, met uitgerande top, recht afstaand, snavel zeer kort