Grote zandkool

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Grote zandkool (Diplotaxis%20tenuifolia)

De Grote zandkool of Wilde rucola herken je vooral aan de geur (vergelijk de geur van de supermarktrucola) en de heldergele bloemen. Die bloemen zitten in trosjes aan lange stelen. De kelkblaadjes staan tijdens de bloei stervormig uit.
De vrucht is een hauw met een kenmerkend steriel steeltje tussen de aanhechting en het begin van de hauw. De zaden liggen in 2 rijen in de hauw.
Het blad is diep ingesneden, de randen van de slippen zijn gaaf tot ruw getand. De eindslip van een blad is vaak puntig (lijnlancetvormig).
Grote zandkool groeit op ruderale terreinen van juni tot in de herfst. Evenals de &prime'echte′ rucola (Zwaardherik, raketsla - Eruca vesicaria, syn. Eruca sativa) worden de bladeren van oudsher al in het Middellandse Zeegebied als groente gegeten. Tegenwoordig ligt ze ook bij ons in de supermarkt.
Zwaardherik heeft gaafrandige bladeren en bloeit met witte, purper geaderde bloemen.

Kleine zandkool - Grote zandkool
bloemen kleiner (4-7,5 mm - 8-14 mm)
vrucht korter (1,5-4,5 cm - 2-6 cm lang
vrucht boven de invoeging van de kelk niet of zeer kort gesteeld - duidelijk gesteeld
blad bochtig getand of veerspletig, eindtop 3-toppig - bladen veerspletig tot veerdelig, met smalle slippen, eindslip lancetvormig
bloemstelen 2x zo lang als kelk - 33-4 zo lang als kelk
stengel alleen aan of bij de voet bebladerd - stengel geheel bebladerd, aan de voet houtig
Kenmerken van het geslacht Zandkool  (Diplotaxis) waartoe Grote zandkool behoort.

Sterk geurende, gele bloemen. De zaden liggen regelmatig in twee rijen in ieder van de 2 vakken van de hauw. Blad diep ingesneden.

SPECIFICATIES - grote_zandkool
familieKruisbloemenfamilie (Cruciferae of Brassicaceae)
info familiePlanten uit deze familie zijn redelijk gemakkelijk te herkennen, omdat de bloemen en de vruchten volgens hetzelfde plan zijn gebouwd. Kenmerkend is dat er, behalve op het eind en het begin van de bloei, altijd zowel knoppen, bloemen als vruchten aan een plant zitten, waarbij de bloeiende bloemen altijd het hoogst aan de stengel zitten.
De bouw van de kruisbloemfamilieleden is als volgt:
  • 4 losse kelkblaadjes
  • 4 losse bloemblaadjes
  • 2 korte en 4 langere meeldraden
  • stamper bestaand uit een vruchtbeginsel, een korte stijl met knopvormige of gespleten stempel
  • vrucht een hauw of een hauwtje
  • vruchten openen met 2 kleppen, tussen de kleppen zit een vliezig tussenschotje, langs de randen hiervan groeien de zaden
naam grote_zandkool (Diplotaxis tenuifolia)
waar op droge voedselrijke grond, ruderale terreinen
bloei juni - herfst
kleur heldergeel
blad blad veerspletig tot veerdelig, met smalle slippen, de eindslip vaak lancetvormig
vrucht hauw, 2-rijig, met kenmerkend steriel steeltje tussen aanhechting en begin van de hauw