Gele anemoon

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Gele anemoon (Anemone%20ranunculoides)

De Gele anemoon groeit in Nederland meestal als stinzenplant in de tuinen van buitenplaatsen en kastelen. Ze houdt van schaduwrijke plekjes. In het wild komt de soort slechts in Zuid-Limburg voor. De Gele anemoon komt veel minder voor dan de populaire, witte Bosanemoon.

De Gele anemoon heeft een ondergrondse wortelstok. In het voorjaar groeien uit de wortelstok bladeren en bloeistengels. Aan de bloeistengel staan meestal twee tot drie bloemen. Elke bloem wordt omringd door een drietal kortgesteelde bladeren. Elk van deze bladeren is opgedeeld in 3 slippen. De rand van de slippen is gezaagd of getand. Het geheel doet denken aan een groot omwindsel.

De gele bloemen hebben meestal 5 bloemblaadjes, ze lijken enigszins op een boterbloem. Deze laatste heeft echter bloemblaadjes die aan de binnenkant opvallend glanzend zijn. Deze glans ontbreekt bij de Gele anemoon.
De Gele anemoon is geheel behaard met fijne haartjes.
Kenmerken van het geslacht Anemoon  (Anemone) waartoe Gele anemoon behoort.

Landplanten uit de Ranonkelfamilie. Onder de bloem, aan de stengel, een eindje boven een grond is een krans van groene bladen. De bloemen steken op duidelijke stelen boven de bladerkrans uit. Vergelijk de gele Winterakoniet waar de bloemen vlak boven de bladerkrans zitten.

Behalve de Bosanemoon (A. nemorosa) en de Gele anemoon (A. ranunculoïdes) zijn er ook een aantal, vaak verwilderde tuinplanten die tot dit geslacht behoren. Deze planten hebben alle geen echte kroonbladeren, maar gekleurde kelkbladeren en meestal ook een driebladig, groen omwindselachtig iets. De planten worden bestempeld als bijgoed van de stinzenplanten, de Bosanemoon en de Gele anemoon zijn echte stinzenplanten.
Voorbeelden zijn het Wildemanskruid (A. pulsatilla), groot, paars en dicht behaard; de Blauwe Anemoon (A. apennina); de gewone Anemoon (A. coronaria) in rood, wit of blauwpaars, met 5-8 kelkbladen en en dikke, knolvormige wortelstok en ook de Oosterse anemoon (A. blanda) die erg lijkt op de Blauwe anemoon maar niet zoals deze behaard is aan de onderzijde van de bloemdekbladeren en de onderzijde van de bladeren, geen geknikte bloemsteel heeft na de bloei en waarvan de bladslippen van de wortelbladen geen korte steel hebben.

SPECIFICATIES - gele_anemoon
familieRanonkelfamilie (Ranunculaceae)
info familieDe bladen van deze familie hebben geen steunblaadjes, maar wel een min of meer duidelijke bladschede. De kelk en kroon verschillen niet zo heel veel van elkaar. De kelkblaadjes zijn vaak gekleurd, de kroonblaadje vervormd tot een honingbakje. De meeldraden zijn talrijk en in een spiraal op de bloembodem geplaatst. Ook de stampers zijn talrijk. De vruchten zijn dop- of kokervruchten. Bijna alle leden van deze familie zijn giftig!
naam gele_anemoon (Anemone ranunculoides)
waar op vochtige, vaak kalkhoudende grond in loofbossen, stinzenplant
bloei maart-mei
kleur geel
blad tegenoverstaand, wortelstandig, ingesneden, handvormig, bladrand gezaagd en gekarteld
vrucht dopvrucht