Engels slijkgras

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Engels slijkgras (Spartina%20anglica)

Engels slijkgras is een tot 1 meter hoog gras met lange, kruipende wortelstokken en stijve, rechtopstaande stengels. De plant kan goed tegen zout en overstroming en groeit dan ook op de grens tussen kwelder en zee. Vaak volgt het gras de kronkels van geulen op de kwelder.

Engels slijkgras werd uitgeplant om aanslibbing te bevorderen. Dat bleek niet zo′n handige zet. De plant groeit snel en is niet eetbaar voor schapen, koeien of konijnen. Ze verdringt daardoor andere plantensoorten (zoals Klein slijkgras en Langarige zeekraal) en schelpdieren en wormen en daarmee de wadvogels. Al gauw werd haar bijnaam dan ook slikpest. Bovendien groeit Engels slijkgras in pollen. Het water stroomt gewoon langs deze pollen, het zand wordt meegenomen door de stroom en zo ontstaan nieuwe geultjes.
De grote pluim bestaat uit meerdere, min of meer gelijke, uitstaande takken. De bladscheden hebben een vlakke, of bij de top opgerolde, tot 15 mm brede bladschijf. Het tongetje bestaat een rij haren, waarvan de langste 1,8-3 mm lang zijn. De helmknoppen zijn gemiddeld 10 mm lang.
Soms vind je Engels slijkgras in gezelschap van kweldergras, riet of zeeaster (zulte).
Kenmerken van het geslacht Slijkgras  (Spartina) waartoe Engels slijkgras behoort.

Slijkgras is een pluimgras. In elk aartje bevindt zich slechts 1 bloempje. Er zijn geen kafnaalden. Er zijn meerdere, maar niet meer dan vijf, gelijkwaardige takken. Het tongetje bestaat uit een rij haren. Overblijvende plant met uitlopers. De aartjes zijn 1 tot 2 cm lang. De plant groeit op slib.

SPECIFICATIES - engels_slijkgras
familieGrassenfamilie (Gramineeën of Poaceae)
info familieGrassen zijn éénjarige of overblijvende planten. De overblijvende planten vormen zoden of hebben lange, kruipende wortelstokken.
De stengel is meestal hol en rond, op de knopen zitten tussenschotjes.
De bladen zijn afwisselend geplaatst en hebben een schede die over een grote lengte de halm omsluit en vaak open is. Op de grens van de bladschede en de bladschijf bevindt zich een vliesje, het tongetje. De bloemen zijn meestal tweeslachtig.

Elk bloempje is omgeven door twee schutblaadjes, de kroonkafjes. Meerdere bloempjes bij elkaar vormen een aartje (bloempakje). Aan de voet van dit aartje zitten vaak twee schutblaadjes, deze worden kelkkafjes genoemd. Op de kroon- en kelkkafjes zit vaak een lang uitsteeksel, de kafnaald. Deze kleine aartjes van meerdere bloempjes vormen samen dan weer een aar, een aarpluim of een pluim.

Bij een aar (Aargrassen) zijn de kleine aartjes (bloempakjes) ongesteeld of zeer kort gesteeld. Ze zitten daardoor stijf tegen de stengel gedrukt.
Bij aarpluimgrassen zitten de kleine aartjes op korte steeltjes. De bloeiwijze lijkt dan op een aar, maar als je de kleine aartjes opzij buigt, zie je dat er een kort steeltjes is.
De pluimgrassen hebben zwierige zijtakken die zelf vaak ook weer vertakt zijn.


De vrucht, graankorrel, bevat 1 zaad.

Grassen zijn windbloeiers, d.w.z. ze laten hun stuifmeel verspreiden door de wind.

Uit dit hele verhaal begrijp je waarschijnlijk al dat het determineren van grassen niet eenvoudig is. Kijk o.a naar de volgende punten:
- heeft het gras lange wortelstokken of is het zodenvormend?
- vormt het gras een aar, een aarpluim of een pluim?
- bevinden zich op elke tand 1 of meerdere aartjes ?
- zitten er in het aartje meerdere volkomen bloemen, d.w.z. bloemen met stamper en meeldraden, of is er slechts 1 volkomen bloem en zijn de andere bloempjes in het aartje mannelijk?
- Is er een kafnaald? Is deze lang of kort? Geknikt?
- Zijn er 1 of meerdere kelkkafjes?
- Steken de bloemen boven de kelkkafjes uit?
- Hoe ziet het tongetje eruit?
- Is de bladschede gesloten of geopend?
- Hoe ziet het blad eruit?
naam engels_slijkgras (Spartina anglica)
waar slikken, schorren en kwelders
bloei juli - herfst
kleur -
blad 4-15 mm breed, stijf, grijsgroen, eindigend in harde, fijne punt
vrucht graanvrucht