Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Douglasspar (Pseudotsuga%20menziesii)
De Douglasspar is een hoog oprijzende spar met rechte stam en haaks afstaande takken. De schors is grijs met harsbobbels, oudere bomen hebben een bruine, kurkachtige, wat gescheurde schors.
De Douglasspar heeft 2 opmerkelijke kenmerken. Ten eerste zijn daar de naalden die bij kneuzing een sinaasappelgeur verspreiden en ten tweede zijn er de ver uitstekende, 3-tandige dekschubben op de kegels.
De naalden zijn 20-40 mm lang en 1-1.5 mm breed. De bovenzijde is glanzig donkergroen, de onderzijde is dofgroen. Aan de onderzijde naast de middennerf zie je ook de dofgroene tot iets grijzige strepen. Met een loep of macrolens zie je dat deze strepen uit witte huidmondjes bestaan. De naalden hebben een spitse top en staan verspreid aan de takken en twijgen. Trek ook een naald los om te zien of er geen ′vlaggetje′ (stukje bladkussen) meekomt met de naald. Zo ja, dan is de boom geen douglasspar maar een of andere zilverspar.
Vroeg in het voorjaar vind je onder de boom de kleine, mannelijke kegeltjes. De vrouwelijke kegels blijven nog aan de boom hangen om te rijpen. Om de zaadknoppen zitten 2 zaadschubben en de al genoemde 3-tandige dekschub.
De Douglasspar heeft 2 opmerkelijke kenmerken. Ten eerste zijn daar de naalden die bij kneuzing een sinaasappelgeur verspreiden en ten tweede zijn er de ver uitstekende, 3-tandige dekschubben op de kegels.
De naalden zijn 20-40 mm lang en 1-1.5 mm breed. De bovenzijde is glanzig donkergroen, de onderzijde is dofgroen. Aan de onderzijde naast de middennerf zie je ook de dofgroene tot iets grijzige strepen. Met een loep of macrolens zie je dat deze strepen uit witte huidmondjes bestaan. De naalden hebben een spitse top en staan verspreid aan de takken en twijgen. Trek ook een naald los om te zien of er geen ′vlaggetje′ (stukje bladkussen) meekomt met de naald. Zo ja, dan is de boom geen douglasspar maar een of andere zilverspar.
Vroeg in het voorjaar vind je onder de boom de kleine, mannelijke kegeltjes. De vrouwelijke kegels blijven nog aan de boom hangen om te rijpen. Om de zaadknoppen zitten 2 zaadschubben en de al genoemde 3-tandige dekschub.
Kenmerken van het geslacht Spar (Picea) waartoe Douglasspar behoort.
Bij de sparren lopen de bladkussens op de twijgen af tot de lagere naalden - de zilversparren hebben schuin uitstekende bladkussens - bij de Douglasspar lopen de bladkussens zeer kort af
Bij de sparren lopen de bladkussens op de twijgen af tot de lagere naalden - de zilversparren hebben schuin uitstekende bladkussens - bij de Douglasspar lopen de bladkussens zeer kort af
| familie | Dennenfamilie (Pinaceae) |
| info familie | De dennenfamilie omvat meer dan 200 soorten. Deze familie komt vooral voor in de koele, noordelijke streken en vormt daar uitgestrekte bossen. Deze bomen hebben verspreid staande naaldvormige schubben. Per schub zijn er twee zaden. Anders dan de twijgen van de Taxusfamilie worden de twijgen van de dennen al na enkele maanden bruin. De zaden zitten in kegels. |
| naam | douglasspar (Pseudotsuga menziesii) |
| waar | in bossen, ingeburgerd en aangeplant |
| bloei | april |
| kleur | schors dofgrijs, gegroefd, bruin |
| blad | 2-3.5 cm lang, in 1 vlak geplaatst, spits, onderzijde groen, bij kneuzing sinaasappelgeur |
| vrucht | kegel met ver uitstekende, 3-tandige dekschubben |