Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Dagkoekoeksbloem (Silene%20dioica)
De stengel en de brede bladen zijn dicht behaard, maar zonder klieren. De tanden van de opengesprongen vrucht zijn buitenwaarts opgerold.
Algemene plant. Te herkennen aan de vijf, diep ingesneden kroonbladen. De kelkbladen zijn vergroeid tot een buis.
Bij de Avondkoekoeksbloem is de hele plant bovenaan met klierharen bedekt. De bloemen zijn wit, zelden licht rozerood. De bladen zijn vrij smal. De tanden van de opgesprongen vrucht staan rechtop.
De knoppen van de Dagkoekoeksbloem gaan al in de avond open en zijn ook in de morgen geopend. De knoppen van de Avondkoekoeksbloem openen in de namiddag.
Er zijn veel kruisingen tussen de twee soorten.
De knoppen van de Dagkoekoeksbloem gaan al in de avond open en zijn ook in de morgen geopend. De knoppen van de Avondkoekoeksbloem openen in de namiddag.
Er zijn veel kruisingen tussen de twee soorten.
Kenmerken van het geslacht Koekoeksbloemen (Melandrium) waartoe Dagkoekoeksbloem behoort.
Deze leden van de Anjerfamilie hebben een stamper met vijf stijlen, korte kelktanden en kroonbladen met 1 diepe insnijding.
Deze leden van de Anjerfamilie hebben een stamper met vijf stijlen, korte kelktanden en kroonbladen met 1 diepe insnijding.
| familie | Anjerfamilie (Caryophyllaceae) |
| info familie | Kenmerken van planten van deze familie zijn een duidelijk gelede stengel en kruiswijs staande enkelvoudige bladeren. De bloemen staan in tweearmige (gevorkte) bijschermen, waarvan de onderdelen vaak éénarmig worden. De kelk is vergroeidbladig, vijftandig, de kroon is eveneens vijfbladig, er zijn tien meeldraden (soms vijf). De stamper bestaat twee tot vijf vruchtbladen. Er zijn evenveel stijlen als vruchtbladen. Het vruchtbeginsel is bovenstandig, éénhokkig, met centrale zaaddrager. |
| naam | dagkoekoeksbloem (Silene dioica) |
| waar | vochtige, voedselrijke, humeuze, zandige grond |
| bloei | mei - juni; soms 2e bloei in de herfst |
| kleur | rood, soms wit |
| blad | boven het midden het breedst, middelste en onderste aan de top afgerond en kort toegespitst |
| vrucht | doosvrucht, rijp met sterk teruggekromde tanden |