Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Boomkruiper (Certhia%20brachydactyla)
De boomkruiper is moeilijk te spotten door de gevlekte, bruine rug die hem nauwelijks onderscheidt van de boomschors. In tegenstelling tot de boomklever klimt de boomkruiper slechts in 1 richting, namelijk spiraalsgewijs omhoog. Met zijn lange, dunne, naar beneden gebogen snavel haalt hij insecten uit de boomschors.
Boomkruipers zijn het hele jaar te zien. Ze nestelen in boomspleten of achter boomschors.
Boomkruipers zijn het hele jaar te zien. Ze nestelen in boomspleten of achter boomschors.
Kenmerken van het geslacht Boomkruipers (Chertiidae) waartoe Boomkruiper behoort.
Kleine, onopvallende en vooral snelle vogeltjes. De boomkruiper kruipt spiraalsgewijs om een boomstam op zoek naar voedsel. De richting is altijd naar boven. Boomkruipers hebben een dunne en naar beneden gebogen snavel waarmee ze gemakkelijk het voedsel uit de boomschors kunnen halen. De stevige staartpennen zorgen voor ondersteuning bij het klimmen.
Kleine, onopvallende en vooral snelle vogeltjes. De boomkruiper kruipt spiraalsgewijs om een boomstam op zoek naar voedsel. De richting is altijd naar boven. Boomkruipers hebben een dunne en naar beneden gebogen snavel waarmee ze gemakkelijk het voedsel uit de boomschors kunnen halen. De stevige staartpennen zorgen voor ondersteuning bij het klimmen.
| familie | Zangvogels (Passeriformes) |
| info familie | Tot deze groep behoren meer dan 5000 soorten. Kenmerkend zijn de tenen, waarvan er drie naar voren en één naar achteren wijst. Door de plaatsing van de tenen op deze wijze kunnen de vogels neerstrijken op verticale oppervlakken. Door een speciale pees die van onder de teen naar de tibiotarsus (bot in de poot) loopt. Bij het buigen van de poot wordt deze pees aangetrokken, zodat de voet omkrult en bewegingloos wordt. Zo kunnen de vogels zelfs op dunne takken of bijvoorbeeld telefoondraden slapen zonder om te vallen. Een tweede kenmerk is het met bijzondere spieren uitgerust zangorgaan, waardoor deze vogels over een enorme variëteit aan klanken kan beschikken. |
| naam | boomkruiper (Certhia brachydactyla) |
| waar | naald- en loofbossen |
| wanneer | hele jaar door, wintergast of doortrekker |
| meest opvallende kenmerken | snelle kleine vogeltjes die langs de boomstam omhoog klimmen |
| verenkleed | snavel lang, dun en naar beneden gebogen, boven het oog een lichte wenkbrauwstreep |
| snavel, poten, staart | bovenzijde donkerbruin met lichte strepen en vlekken, onderzijde vaalwit |