Zandparasolzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Zandparasolzwam (Lepiota%20brunneolilacea)

De Zandparasolzwam is een van die zeereeppaddestoelen die grotendeels verborgen gaan onder het zand. Meestal zie je slechts de met zand bedekte hoed die pogingen doet boven het zandoppervlak uit te gluren. Met wat geluk ontwaar je nog net de rossig-bruine kleur, het donkerder centrum en iets van het viltige tot fijnschubbige oppervlak.
Voorzichtig uitgraven levert een cilindrische steel met iets verdikte basis op. Rond de steel zit een klein, wit ringetje. Boven de ring is de steel bedekt met bruinviolette schubjes, onder de ring met schubjes die iets donkerder zijn. Meestal is een en ander echter verloren gegaan door al het zand. Bij oudere exemplaren ontbreekt het ringetje sowieso.
De geur en smaak zijn van geen betekenis.

Onder de microscoop
Sporen (8.0-)8.5-12.0x4.5-6.0 mu, Q=1.6-2.2, Qav=1.8-2.0, eivormig tot ellipsoid, kleurloos, glad, dextrinoid.
Cheilocystiden talrijk, 15-30x6.0-10 mu, variabel in vorm, meestal flesvormig tot buikig. Gespen aanwezig.
Kenmerken van het geslacht Parasolzwam  (Lepiota) waartoe Zandparasolzwam behoort.

Parasolzwammen uit het geslacht Lepiota zijn kleiner dan die uit het geslacht Macrolepiota, waarvan de hoed een diameter heeft van meer dan 15 cm. Parasolzwammen groeien op de grond, met een voorkeur voor rijke kalkhoudende bodems.
De hoed is tot 10 cm groot en bedekt met schubjes. De lamellen staan vrij van de steel. De slanke steel heeft een ring en is vaak bedekt met velumvlokjes. De sporen zijn wit.
Veel soorten parasolzwammen zijn giftig, sommige zelfs dodelijk.

SPECIFICATIES - zandparasolzwam
familieAgaricaceae (Agaricaceae)
info familieHiertoe behoren o.a. Parasolzwammen, Champignonparasols, Poederparasols. Inmiddels worden ook de Bovisten tot deze familie gerekend.
naam zandparasolzwam (Lepiota%20brunneolilacea)
waar tussen helm in helmduinen
sporeekleur wit
hoed 20-40 mm breed, kegelvormig gewelfd, later halfbolvormig tot gewelfd, niet hygrofaan, niet doorschijnend gestreept, rossig lilabruin met donkerder centrum, viltig tot fijnschubbig, aan de rand met fijne, vuioletbruine velumvlokjes
steel 20-50x3-8 mm, cilindrisch met verdikte basis, roze tot lilabruin, met klein, wit, vliezig ringetje, bedekt met violetbruine schubjes
plaatjes dicht opeen, vrij, buikig, wit met grijstintje,