Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Mestnestzwammetje (Cyathus%20stercoreus)
De naam van het Mestnestzwammetje is misleidend. Je verwacht het bekerzwammetje te vinden op mest, maar niets is minder waar. De soort groeit op dode resten van Helm in de zeereep. De mest zou aanwezig kunnen zijn in de vorm van de konijnenkeutels die daar meestal rijkelijk liggen.
Kenmerkend zijn de gitzwarte eitjes. De beker is kelkvormig. Jonge exemplaren zijn grof wollig en goudbruin van kleur. De jonge kelk is afgesloten door een wit vlies.
Kenmerken van het geslacht Nestzwammetje (Cyathus) waartoe Mestnestzwammetje behoort.
Komvormige, cilindrische of knotsvormige vruchtlichamen afgesloten door een vlies. Als het vlies openscheurt verschijnt een soort kommetje waarin de op eitjes lijkende peridioles liggen. Deze peridioles zitten met een draadje (funiculus) vast aan de wand van het kommetje. Wanneer nu een regendruppel in het kommetje valt en de periodiole raakt, schiet deze weg. De funiculus neemt vanuit de komwand ook een wat kleverige massa mee. De kleverige massa plakt vast aan het eerste het beste object, b.v. een bladstengel, dat op zijn weg komt. De draad met het eitje schiet nog een stuk door en veert dan terug en wikkelt zich zo om de stengel waar het kleverige knopje al zit. Onderzoek heeft aangetoond dat de eitjes van het Mestnestzwammetje het verst wegschieten. Vorm en gewicht van de eitjes, vorm van de beker en het punt waar de waterdruppel de beker raakt zijn bepalend hoe ver een eitje wegschiet.
Als de peridiole openbreekt komen de sporen vrij.