Keutelborstelbekertje (Lasiobolus%20cuniculi)

Het Keutelborstelbekertje (Lasiobolus cuniculi) is een klein, oranje, aanvankelijk wat kussenvormig, later schotelvormig zwammetje, dat groeit op keutels van konijnen. Kenmerkend zijn de doorschijnende, stijve, rechte, iets gepunte haren.

Vruchtlichaam 200-700 mu in doorsnede, 250-400 mu hoog, wat kopvormig, geel tot oranje, behaard, zittend. Schotel vlak, oranje, zonder duidelijke rand.

Haren ontstaan in het laagste en middendeel van het vruchtlichaam, stijf, recht, doorschijnend, gepunt, iets gezwollen aan de basis, 100-450 mu lang, 10-25 in doorsnede

Ectal excipulum 9-11 mu dik, bestaande uit 3-4 lagen van gelobde, horizontaal lopende cellen 7-15x3-8 mu.

Medullary excipulum bestaande uit hyaliene, dunwandige smalle cellen

Subhymenium onopvallend

Hymenium met talrijke asci, 200-220 mu, inamyloid.

Parafysen enkelvoudig of vertakt, doorschijnend, draadvormig, gesepteerd, iets gezwollen aan de top 3-4.5 mu.

Asci 90-140x20-27 (-35) u, breed knotsvormig, top afgerond, aan de basis abrupt afgeknot, met korte steel, 8-sporig.

Sporen onregelmatig gerangschikt, dubbelrijig, 19-22x10-13.5(-15) mu, ellipsvormig tot cilindrisch-ellipsvormig, afgerond aan beide zijden, hyalien, met gladde wand, met duidelijke deBary druppel, zonder gelatineuze aanhangsels.

deBary druppel = een soort luchtbelletje dat verdwijnt zodra de sporen in aanraking komen met water