Kastanje-inktzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Kastanje-inktzwam (Parasola%20auricoma)

De jonge Kastanje-inktzwam herken je aan de roodbruine hoed die verspreid bedekt is met lange haren. Deze haren (sclerocystidia) kleuren roodbruin in KOH en zijn dikwandig. De sporen hebben een centrale kiempore.

De hoed is tonvormig, later uitgespreid en radiair gegroefd. De kleur is roodbruin tot oranjebruin, later is de hoedkleur bleker en meer grijsachtig, vooral naar de rand toe.
De lamellen staan los van de steel en vervloeien nauwelijks. Ze zijn aanvankelijk wit, maar kleuren later zwart door de sporen.
De steel is 30-120x2-4 mm groot, cilindrisch en wit tot geelbruin gekleurd.
Sporen 10-14.5x6-8 mu, ellipsvormig met zoals gezegd een centrale kiempore.

De Kastanje-inktzwam groeit op de grond of op houtsnippers. Het is een soort van lanen en bermen, die vooral in de lente en zomer gevonden kan worden.

De gelijkende Plooirokjes hebben geen lange haren op de hoed.
Kenmerken van het geslacht Inktzwammen  (Parasola) waartoe Kastanje-inktzwam behoort.

Inktzwamachtige paddestoelen

De inktzwamachtigen zijn volgens de laatste inzichten op grond van DNA-onderzoek ingedeeld in 4 geslachten, Coprinus, Coprinopsis, Parasola en Coprinellus.

Van deze vier wordt Coprinus gerekend tot de familie Agaricaceae, de overige drie tot de familie Psathyrellaceae.

Het geslacht Coprinus

bevat slechts enkele soorten, de bekendste hiervan is Coprinus comatus (Geschubde inktzwam). Kenmerken van dit geslacht
- ring rond de steel
- jonge lamellen rozig
- koordachtige bundel vezels in de holle steel

Het geslacht Parasola

bestaat uit kleine, paraplu-achtige soorten zonder universeel velum, derhalve met hoeden zonder schubjes, vlokjes, korreltjes enz.
De bekendste soort uit dit geslacht is Parasola plicatilis (Gewoon plooirokje).

Coprinopsis en Coprinellus

zijn zonder microscoop moeilijk van elkaar te onderscheiden. Coprinopsis heeft vaak een duidelijker aanwezig velum, maar dat is geen wet van Meden en Perzen.
Soorten met een ozonium (oranje matje van vezels rond de steel) of soorten met mica-achtige korrels op het hoedoppervlak of soorten die slechts deels vervloeien behoren altijd tot Coprinellus.
Daarna moet de microscoop er toch aan te pas komen. Je kijkt dan naar type hoedhuid en eigenschappen van het velum. Ook de vorm van de sporen speelt een belangrijke rol bij determinatie.
Bekende Coprinopsis soorten zijn Coprinopsis ammophilae (Helminktzwam) en Coprinopsis atramentaria (Grote kale inktzwam) en verder nog een hele waslijst.
De bekendste Coprinellus soorten zijn waarschijnlijk wel de Coprinellus micaceus (Gewone glimmerinktzwam) en de Coprinellus disseminatus (Zwerminktzwam) en verder ook hier nog een hele waslijst aan soorten. Op de Verspreidingsatlas kun je de waslijsten bekijken.

SPECIFICATIES - kastanje-inktzwam
familieFranjehoeden (Psathyrellaceae)
info familiePsathyrellaceae is een paddestoelenfamilie die gekenmerkt wordt door zwarte of donkerbruine sporen en vaak fragiele vruchtlichamen. De vervloeiende inktzwammen uit de vroegere Coprinaceae familie worden inmiddels ook tot deze familie gerekend.
naam kastanje-inktzwam (Parasola auricoma)
waar op de grond en op houtsnippers, in lanen, bermen, enz.
sporeekleur zwart
hoed roodbruin met kenmerkende lange haren, later spreidend en radiair gegroefd
steel 30-120x 2-4 mm, cilindrisch of iets verdikt aan de voet, wit tot geelbruin
plaatjes lamellen vrij, nauwelijks vervloeiend, wit later zwart door de sporen