Grauwe trechtersatijnzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Grauwe trechtersatijnzwam (Entoloma%20phaeocyathus)

De Grauwe trechtersatijnzwam is een zwammetje waar je gemakkelijk aan voorbijloopt. Er staan immers zoveel van die kleine, op elkaar lijkende trechterzwammetjes tussen het mos in de duinen, vooral in het winterseizoen. Dat het een satijnzwam is kun je eigenlijk alleen maar ontdekken door naar de kleur van de sporen te kijken. Is deze roze in plaats van wit zoals bij de overige trechtertjes dan heb je te maken met de trechtersatijnzwam. De sporen hebben de typische hoekige satijnzwamvorm en zijn vrijwel rond (maar dat zie je alleen onder de microscoop). Cheilocystiden zijn talrijk aanwezig, ze zijn knotsvormig.

De Grauwe trechtersatijnzwam lijkt, zoals al opgemerkt, op een Omphalina-soort. Er is een klein groepje satijnzwammen met deze eigenschap.
De kleur van de hoed is donker grijsbruin met soms een wat roodbruine tint, de hoed is gestreept en hygrofaan. Het centrum is trechtervormig ingedeukt. De lamellen lopen af op de steel, ze staan vrij ver uiteen, zijn dik en zijn donkerbruin tot roodbruin. De steel is glad en heeft dezelfde kleur als de hoed.

De Grauwe trechtrersatijnzwam groeit tussen het helm in de zeereep, maar ook in de grijze duinen tussen mossen als het Duinsterretje en ander klein groen.
Kenmerken van het geslacht Satijnzwammen  (Entoloma) waartoe Grauwe trechtersatijnzwam behoort.

Het geslacht Entoloma omvat wereldwijd minimaal zo´n 2000 soorten.
Determineren van deze paddenstoelen is bijna alleen mogelijk met behulp van microscopische kenmerken. Veldkenmerken zijn
  • de uiterlijke vorm - lijkt de zwam uiterlijk op een collybia, een schelp- of oorzwammetje, een vezelkop, een mycena, een trechterzwam, een hertenzwam of een ridderzwam?
  • Zijn de hoed- en het steeloppervlak glad of niet? Is alleen de rand glad of het hele oppervlak?
  • Is de hoed hygrofaan of niet?
  • Ecologische kenmerken - waar groeit de paddenstoel? Grasland, bos, veen, alpine zone etc.
  • Ook de verschijningstijd kan een indicatie zijn: de voorjaarssatijnzwammen verschijnen vanaf laat in de winter tot in het voorjaar
Onder de microscoop:
Bekijk en meet de sporen, bepaal de Q-waarde (lengte/breedte) en bepaal aan de hand hiervan of de omtrek isodiametrisch (Q tussen 1,0 en 1,1), subisodiametrisch (Q tussen 1,1 en 1,25) of heterodiametrisch (Q dan 1,25) is. Tel het aantal hoeken in zijaanzicht (de hoek van de apiculus telt ook mee). Er komen ook satijnzwammen met knobbelige, kubusvormige of stervormige sporen voor.
Belangrijk is de aan- of afwezigheid van gespen aan de voet van de basidiën.
De aan- of afwezigheid van cystiden op de lamelsnede en deels op de zijde van de lamel (pleurocystiden) en op de steel (caulocystiden) is eveneens bepalend bij determinatie.
De structuur en pigmentatie van de hoedhuid zijn sleutelkenmerken binnen de satijnzwammen. Al bij het verzamelen is het belangrijk te letten op de hoedstructuur - zijn er fijne vezeltjes en/of schubjes, kleine adertjes of oneffenheden? Kijk onder de microscoop in welke richting de hyfen lopen
- parallel aan het hoedoppervlak (cutis)
- hyfen opstijgend en loodrecht op de straal van de hoed - trichoderm
- eindcellen ongeveer even lang en in het gelid staand (hymeniderm)
- eindcellen rond en in korte ketens (calliderm)
En dan is er nog de pigmentatie. De kleurstof kan intracellulair = opgelost in het celvocht zijn
geïncrusteerd = het pigment zit op de wand van de hyfe
membranair = pigment in de wand van de hyfe
De verschillende pigmenttypes kunnen ook gecombineerd voorkomen.
Zie Hoe raak ik thuis in de Satijnzwammen van Machiel Noordeloos in Coolia 45-2 voor heel veel meer informatie over satijnzwammen

SPECIFICATIES - grauwe_trechtersatijnzwam
familieSatijnzwamfamilie (Entolomataceae)
info familieEen grote familie gevormd door drie geslachten, Entoloma, Rhodocybe en Clitopilus (resp. Satijnzwammen, Zalmplaat en Molenaar). Kenmerkend zijn de roze tot rozebruine sporen. Deze sporen hebben een bijzondere wandstructuur van ribben en knobbels. De wand is gelaagd in tegenstelling tot die van andere rozesporige families als de Hertenzwammen en de Beurszwammen. Ook de Schijnridderzwammen hebben een roze sporenfiguur, maar ook hier missen de sporen de specifieke wandstructuur.
naam grauwe_trechtersatijnzwam (Entoloma phaeocyathus)
waar in de zeereep tussen helm of in de grijze duinen tussen Duinsterretje
sporeekleur roze
hoed 2-20 mm, centrum trechtervormig ingedeukt, donker grijsbruin of met roodbruine tint, fijn viltig
steel cilindrisch, soms met knolletje, kleur als van de hoed, glad
plaatjes wijd uiteen, aflopend op de steel, donker grijsbruin tot roodbruin