Geringde ridderzwam

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Geringde ridderzwam (Tricholoma%20cingulatum)

De Geringde ridderzwam groeit in de duinen vooral bij de kruipwilg. Elders ook bij andere wilgensoorten. De soort is te herkennen aan de droge, geschubde, grijzige hoed en het ringetje rond de steel.
De hoed is 20-60 mm groot, eerste kegelvormig, later vrijwel vlak met geprononceerde umbo die vaak in een centrale verdieping staat. De rand is recht. De hoed is niet hygrofaan en niet doorschijnend gestreept. De kleur is grijs tot grijsbruin in het centrum met een lichtere rand. De hoed is verder bedekt met fijne, opstaande schubjes.
De plaatjes zijn uitgebocht aangehecht, buikig en wit tot bleek grijs. Bij ouderdom verkleuren de lamellen vaak naar geel.
De steel is cilindrisch, naar de voet iets verbreed, wit en heeft een stevig, wollig ringetje.
Het vlees verkleurt soms geel. De geur en smaak zijn sterk ranzig.

Sporen (4.5)5.0-6.5x(2.0)2.5-3.5 mu, Q=1.3-2.2, ellipsvormig tot subcilindrisch met uitgesproken apiculus.
Kenmerken van het geslacht Ridderzwam  (Tricholoma) waartoe Geringde ridderzwam behoort.

Hoed droog of kleverig, kaal of geschubd.
Lamellen bochtig aangehecht, het voor ridderzwammen zo kenmerkende ′gootje′
Steel zonder ring, zelden met.
Sporee wit.

SPECIFICATIES - geringde_ridderzwam
familieTricholomataceae (Tricholomataceae)
info familieDeze familie kent 127 geslachten
naam geringde_ridderzwam (Tricholoma cingulatum)
waar bij (kruip)wilg, meestal op enigszins kalkrijke grond in bossen, moerassen en duinen
sporeekleur wit
hoed 20-50 (-700 mm, conisch tot gewelfd of uitgespreid met umbo, harig-fijn geschubd, grijs tot grijsbruin met blekere rand, soms wit
steel 40-70x4-10(-16), cilindrisch, wit boven de ring, bleek bruin grijs vezelig onder de ring
plaatjes aangehecht tot uitgebocht, dich opeen, wit tot bleek grijs, geel vlekkend bij ouderdom