Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Boomgaardvuurzwam (Phellinus tuberculosus)
De Boomgaardvuurzwam groeit vooral op Prunussoorten. Bij afbreken - wat moeilijk gaat, omdat het vlees keihard is - zie je de verschillende buisjeslagen die de leeftijd van de zwam verraden. Meestal heeft deze zwam de vorm van een dik kussen of een grijze tot rossig-bruine korst van ongeveer een decimeter breed.
Kenmerken van het geslacht Vuurzwam (Phellinus) waartoe Boomgaardvuurzwam behoort.
consolevormig of resupinaat (met het hymenium aan de bovenzijde), meerjarig. Vlees en buisjes roestbruin tot roodbruin, houtachtig. Sapotroof en wondparasieten, veroorzaakt witrot.
consolevormig of resupinaat (met het hymenium aan de bovenzijde), meerjarig. Vlees en buisjes roestbruin tot roodbruin, houtachtig. Sapotroof en wondparasieten, veroorzaakt witrot.
| familie | Borstelzwammen (Hymenochaetaceae) |
| info familie | tot deze familie behoren de weerschijnzwammen, de tolzwammen en de vuurzwammen |
| naam | boomgaardvuurzwam (Phellinus tuberculosus) |
| waar | op stammen en onderzijde van takken van fruitbomen (Prunus), in boomgaarden, plantsoenen en open bossen |
| sporeekleur | wit |
| hoed | Meerjarig vruchtlichaam, hard, dik kussen- tot hoefvormig, 3-10 cm, bovenzijde glad, mat, grijs tot rossig-bruin, vaak met algen |
| steel | - |
| plaatjes | meerdere buisjeslagen, buisjes per laag 2-3 mm, roodbruin, porië 4-5 mm, rond, beige tot kaneel- of grijsbruin |