Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Wormvormig goudkussentje (Perichaena vermicularis)
De vruchtlichamen zijn meestal ring-, net- tot wormvormig plasmodiocarp, maar soms ook bolvormig, zittend.
Het perdium bestaat uit een dubbele laag. De buitenste laag is licht-oker tot bruin gekleurd en ziet er wat korrelig uit door opgenomen stofdeeltjes.
De binnenste laag is vliezig, geel en aan de binnenzijde bezet met kleine papillen. De beide lagen zijn nauw verbonden en vaak niet van elkaar te onderscheiden.
Het peridium opent onregelmatig.
Het capillitium is versierd met korte stekels.
De sporen zijn in massa geel tot donkergeel.
Sporen 10-14 mu in diam., met wratjes of kort-stekelig.
Gelijkende soorten
Verschilt van P. chrysosperma door de korte stekels op het capillitium
Verschilt van P. liceoides en P. corticalis (sporangia vorm) door de aanwezigheid van een goed ontwikkeld, kortgestekeld capillitium.
Kenmerken van het geslacht Goudkussentje (Perichaena) waartoe Wormvormig goudkussentje behoort.
Plasmodiocarpen of sporocarpen.
Het peridium bestaat uit 2 lagen, de buitenste onregelmatig gegranuleerd, de binnenste vliezig.
Capillitium soms schaars en vaak met onregelmatige of regelmatige insnoeringen, aan de buitenzijde vaak bezet met stekeltjes of wratjes.
Sporen geel of roodbruin.
Meestal op loofhout en op bladeren. In Nederland zijn 6 soorten bekend.