Peervormig draadwatje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Peervormig draadwatje (Trichia%20decipiens)

Het Peervormig draadwatje heeft een gesteeld, okerkleurig, hoogglanzend vruchtlichaam. De vorm is uiteraard wat peervormig.
De steel gaat geleidelijk over in het vruchtlichaam (sporangium) en is geplooid, bruin en gevuld met cysten van ongeveer 15 mu in doorsnede (microscoop!).
Het peridium (wand van het vruchtlichaam) is bij doorvallend licht lichtgeel of okerkleurig, glad en naar de steel toe geplooid. Bovenzijde dunner. Na het openscheuren blijft een glad ogende kom over.
Onder de microscoop vallen de scherpe, lange punt en de 4-5 gladde, tamelijk dikke spiralen van de elateren direct op. De elateren zijn onvertakt en tamelijk kort en recht, soms koordsgewijs gedraaid. De sporen met elateren zijn in massa okerkleurig of okerbruin, in doorvallend licht lichtgeel en 10-13 mu in diam. . De sporen hebben richeltjes en een onderbroken netwerk van kleine mazen met tot 1 mu hoge wanden. De sporen zijn gezoomd.
Bron: "De Nederlandse Myxomyceten" - E. Nannenga-Bremekamp

SEM afbeelding sporen T. decipiens
Het netwerk op de ene helft van de sporen is ononderbroken, het netwerk op de andere helft is onderbroken en bestaat meer uit richeltjes.

Kenmerken van het geslacht Draadwatje  (Trichia) waartoe Peervormig draadwatje behoort.

Sleutel volgens De Nederlandse Myxomyceten - E. Nannenga-Bremekamp

12. Capillitiumbuizen zonder kalk, met spiraalstructuur
13. Buizen vrijwel onvertakt, vrij kort, veel losse uiteinden, los in het sporangium liggend.
14. Buizen in scherpe punten eindigend.

SPECIFICATIES - peervormig_draadwatje
familieTrichiaceae (Trichiaceae)
info familieDeze familie kent de volgende geslachten:
Hemitrichia
Metatrichia
Perichaena
Trichia
Kenmerkend is de helder gekleurde sporenmassa. De vruchlichamen zijn gesteeld of zittend. Het capillitium bestaat dikwijls uit compacte of buisvormige, gladde of vervormde, vrije of vastzittende draadachtige elementen.
naam peervormig_draadwatje (Trichia decipiens)
waar dood hout
-
kleur vruchtlichaam sporangia gesteeld, omgekeerd kegelvormig, okerkleurig of okerbruin, hoogglanzend
-
sporen sporen met elateren, in massa okerkleurig of okerbruin, in doorvallend licht lichtgeel, 10-13 mu in diam. met kronkelige richeltjes en een onderbroken netwerk met kleine mazen - gezoomd