De Duinparelmoervlinder heette vroeger Viooltjesvlinder en is dan ook te vinden in graslanden met veel (duin)viooltjes. Voor de nectar bezoeken ze kruidachtige planten als het Slangenkruid, Koninginnenkruid en Akkerdistel.
De Duinparelmoervlinder is groter en feller van kleur dan de Kleine parelmoervlinder die in hetzelfde gebied rondvliegt. Ook heeft de Kleine parelmoervlinder alleen stippen en geen strepen op de voorvleugels.
De vleugels van de Duinparelmoervlinder zijn aan de bovenzijde oranje met zwarte stippen en strepen. De onderzijde van de vleugels is veel minder contrastrijk dan bij de Kleine parelmoervlinder, die mooie, zilveren vlekken op de onderzijde heeft. Er ligt een gelige zweem overheen. Op de onderkant van de achtervleugel zit een rij kleine witte vlekken met roodbruine rand. In de middencel van de onderkant van de achtervleugel ligt een kleine gele of witte vlek, maar deze is niet altijd aanwezig.
De Duinparelmoervlinder lijkt echter meer op de Grote parelmoervlinder. Deze bezoekt echter andere nectarplanten (Akkerdistel, Kale jonker en Braam). De Grote parelmoervlinder heeft geen witte vlekken met roodbruine rand op de achtervleugel. De onderkant van de achtervleugel is geelbruin met een groene zweem, de parelmoervlekken zijn contrastrijker.
De enigszins gelijkende Keizersmantel mist de parelmoervlekken op de onderkant van de achtervleugel.
Het mannetje van de Duinparelmoervlinder voert patrouillevluchten uit om een vrouwtje te vinden. Het zijn dan ook druk fladderende vlinders die weinig stilzitten voor de fotograaf.