Mariadistel

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Mariadistel (Silybum%20marianum)

De Mariadistel komt in Nederland weinig voor. Helaas, want het is een fraaie distel. De plant hoort thuis in het Middellandse Zeegebied. Kenmerkend is het wit gevlekte of wit geaderde blad. Deze vlekken zouden veroorzaakt zijn door de melk van Maria. Geen wonder dat aan de plant tal van heilzame werkingen worden toegekend.
De Mariadistel kan 60-150 cm hoog worden. De stengel is gegroefd en iets wollig tot spinnenwebachtig behaard. De wasachtige, en zoals gezegd wit gevlekte, bladeren hebben geelachtige stekels aan de rand. De onderste bladen zijn zittend, langwerpig en bochtig veerlobbig, de bovenste lancetvormig, hartvormig en stengelomvattend.
De bloemen zijn roze tot purper, soms wit en staan in hoofdjes. Er zijn uitsluitend buisbloempjes. De buitenste omwindselblaadjes zijn onderaan lang getand, bovenaan smal driehoekig met teruggekromde stekel.
De bloembodem is dicht behaard. De pappus bestaat uit vele haren, die onderaan tot een ring zijn vergroeid.
De vrucht is een glanzend zwart nootje met wit vruchtpluis.
Kenmerken van het geslacht mariadistel  (Sylibum) waartoe Mariadistel behoort.

Dit geslacht kent slechts 2 soorten - Silybum eburneum var. hispanicum en Silybum marianum

SPECIFICATIES - mariadistel
familieComposietenfamilie (Compositae of Asteraceae:)
info familieDe Composietenfamilie is op de Orchideeënfamilie na de grootste plantenfamilie. Meer dan een tiende deel van onze inlandse soorten behoren tot deze groep. Kenmerkend voor deze familie is de samenstelling van de bloem: elke ′bloem′ bestaat uit een aantal kleine bloempjes. Die kleine bloempjes hebben niet ieder een eigen kelk, maar ze worden bijeengehouden door een korfje of omwindsel van blaadjes. Zie voor meer informatie over deze familie Infoteksten/gele composieten elders op deze site.
naam mariadistel (Silybum marianum)
waar voedselrijke, kalkhoudende grond in wegbermen
bloei juli - augustus
kleur paars
blad witgevlekt of langs de nerven wit gerand, wasachtig met aan de rand geelachtige stekels - onderste bladeren zittend, langwerpig en bochtig veerlobbig, bovenste lancetvormig en hartvormig en stengelomvattend
vrucht glanzend zwart nootje met wit vruchtpluis