Gewone duivenkervel

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Gewone duivenkervel (Fumaria%20officinalis)

De Gewone duivenkervel heeft fraaie, langwerpige (7-8 mm lang) roze tot purperrode bloemen met een zwartpurperen top. De bloemen hebben een spoor.
Het blad is veerdelig met lijn- tot lancetvormige slippen. De vrucht is na drogen rimpelig. De schutbladen zijn korter dan de vruchtstelen.

De Middelste en Rankende duivenkervel (F. muralis en F. capreolata) hebben eironde tot langwerpige bladslippen. De normale bloemen zijn 10-14 mm lang, de cleistogame bloemen zijn korter. De vrucht is na het drogen vrijwel glad.
Kenmerken van het geslacht Fumaria  (Fumaria) waartoe Gewone duivenkervel behoort.

Het geslacht Fumaria kent ongeveer 50 soorten. Qua uiterlijk lijkt het op Corydalis - de helmkruiden. Fumaria heeft echter een afvallende, kleurloze stijl, een vrucht die bij rijpheid niet openspringt en geen knol. Corydalis heeft een groene, blijvende stijl, vruchten die met 2 kleppen openspringen en een knol aan de voet.
De planten zijn kruipend, klimmend of zelfstandig groeiend.
Het buitenste bloemblad is aan de achterzijde zakvormig verlengd, de bloem heeft dus een spoor. De bloemen groeien in trossen en zijn meestal rood of paars van kleur. Anders dan bij Corydalis zijn de vruchten van de duivenkervel enkelzadige nootjes.
De bekendste soorten
F. officinalis - Gewone duivenkervel - bloemen klein (7-8 mm), levendig rozerood, in dichte trossen aan de top van een hoekige stengel, kelkbladen eirond-lancetvormig, spits, smaller dan de kroonbuis, bladslippen lijn- tot lancetvormig, vrucht 1-zadig, bolrond

De Middelste en Rankende duivenkervel hebben eironde tot langwerpige bladen en langere bloemen (10-14 mm).
F. muralis - Middelste duivenkervel - purper of roze, kelkblad eirond, in dichte trossen, bladslippen eirond tot langwerpig, vrucht 1-zadig, bolrond - bloemen in vrij losse tros van 6-12 (-15) bloemen. Vruchtstelen recht, schuin afstaand.
F. capreolata - Rankende duivenkervel - fraai rood-wit gekleurd, opvallend grote kelkbladen die buiten de kroonbuis uitsteken, bladstelen vaak rankend, bladslippen eirond tot langwerpig, vrucht 2-4 zadig en langwerpig - vrij dichte tros van 12 tot 20 bloemen. Bloemkroon eerst geelwit met donkerrode top, later vaak geheel rood. Vruchtstelen sterk omlaag gekromd.

SPECIFICATIES - gewone_duivenkervel
familiePapaverfamilie (Papaveraceae)
info familieKenmerkend voor deze familie zijn de vier losse kroonbladen en twee kelkbladen die meestal afvallen bij het ontluiken van de bloemen. Er zijn talrijke meeldraden. Er is geen honing. De vruchtdoos is bolvormig met een deksel, of langwerpig en deze laatste springt met twee kleppen open zodat de zaden aan een raamlijst overblijven. Het gele of witte melksap is giftig.
naam gewone_duivenkervel (Fumaria officinalis)
waar op voedselrijke, lemige bodem, in tuinen, wijngaarden, op akkers en ruigten
bloei mei - herfst
kleur purperrood, met zwartpurperen top en groene kiel
blad dubbelgeveerd, slippen lijn- tot lancetvormig
vrucht nootje met 1 zaadje