Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Kleine kaardebol (Dipsacus%20pilosus)
De witte, trompetvormige bloemen van de Kleine kaardebol staan in een min of meer rond hoofdje bijeen. De buiten de bloem uitstekende, donkerpaarse helmhokjes steken fraai af tegen het wit van de bloemen. Het omwindsel is behaard, maar niet stekelig (zoals bij de Grote kaardebol). De bloemen in het hoofdje hebben ieder een schutblaadje. Bij de composieten noemen we een dergelijk blaadjes een stroschub. Het vruchtbeginsel is onderstandig. Rond de voet van de kroon, op het vruchtbeginsel bevindt zich iets dat op een kelk lijkt. Evenals bij de Grote kaardebol begint de bloei halverwege het hoofdje.
De middelste bladparen vormen niet, zoals de Grote Kaardebol, een waterbekken rond de stengel. Het blad is gesteeld en heeft kleine slipjes aan het eind.
De middelste bladparen vormen niet, zoals de Grote Kaardebol, een waterbekken rond de stengel. Het blad is gesteeld en heeft kleine slipjes aan het eind.
Kenmerken van het geslacht Kaardebol (Dipsacus) waartoe Kleine kaardebol behoort.
Aan het omwindsel, aan de bloemhoofdjes, op de stengel op of onder de bladen bevinden zich stekels
Aan het omwindsel, aan de bloemhoofdjes, op de stengel op of onder de bladen bevinden zich stekels
| familie | Kaardenfamilie (Dipsacaceae) |
| info familie | De kleine, ongesteelde bloemen zijn ineengedrongen tot een hoge of platte tros met een gemeenschappelijk omwindsel. |
| naam | kleine_kaardebol (Dipsacus pilosus) |
| waar | vochtige, kalkhoudende grond; langs beken |
| bloei | juli - augustus |
| kleur | geelwit - wit |
| blad | gesteeld, met slippen aan het eind |
| vrucht | stekelige vrucht |