Harig wilgenroosje

Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst

Harig wilgenroosje (Epilobium%20hirsutum)

Het soms meer dan 1 meter hoge Harig wilgenroosje vrolijkt in de zomer met haar magentakleurige bloemen de waterkant op. De plant heeft een ondergrondse wortelstok met lange uitlopers waaruit nieuwe scheuten omhoog schieten en zodoende kan het Harig wilgenroosje vaak uitbundig aanwezig zijn.
Het Harig wilgenroosje behoort tot de Teunisbloemfamilie en tot het geslacht Basterdwederik, maar anders dan de meeste teunisbloemachtige heeft de bloem van Harig wilgenroosje een korte kelkbuis (vergelijk het Wilgenroosje (Chamerion angustifoliium) dat geen kelkbuis heeft).

Het meest opvallend aan de bloem van het Harig wilgenroosje zijn de vier witte, kruisgewijs staande stempellobben. Maar deze worden pas zichtbaar nadat de meeldraden hun helmknoppen hebben geopend om het stuifmeel te verspreiden. Er zijn 2 kransen van meeldraden. Voor de kroonbladen staan 4 kleine meeldraden, voor de kelkbladen staan 4 wat grotere meeldraden. Mislukt de bestuiving door insecten, dan buigen de stempellobben verder naar buiten totdat ze de geopende helmknoppen bereiken en zelfbestuiving plaats kan vinden.
Rond de stijl bevindt zich een krans van haren. Deze beschermen de pollen tegen regenwater, de bloemen sluiten dan ook niet als het regent.
De bloemen zijn paarsrood van kleur (magenta) en groeien in een bebladerde, soms vertakte tros. De kelkbladen zijn roodbruin en steken tussen de kroonbladeren door. Het bovenste deel van de stengel en de as van de bloeiwijze zijn bedekt met lange, afstaande haren. Daartussen bevinden zich ook klierharen.
Het blad lijkt op wilgenblad, lang en smal, en staat verspreid langs de stengel. De middelste stengelbladen zijn iets stengelomvattend, kort aflopend en scherp gezaagd met haakvormig gekromde tanden. De nerven zijn bedekt met lange, afstaande haren.
Het vruchtbeginsel is onderstandig en vierkantig, het lijkt op een steeltje onder de bloem. De lange doosvrucht springt met 4 kleppen open en bevat veel, van lang zaadpluis voorziene zaadjes.

Het Harig wilgenroosje lijkt erg op het Wilgenroosje. De laatste groeit in een dichtere pluim dan het Harig wilgenroosje en is ook niet behaard. Het stuifmeel heeft een andere kleur.
Kenmerken van het geslacht Basterdwederik  (Epilobium) waartoe Harig wilgenroosje behoort.

De meeste soorten uit dit geslacht hebben kleine bloemen. De bloemkleur is roze tot wit. Er zijn bijna altijd 4 kroonbladen die aan de top zijn ingesneden. De stempel is knots- of kruisvormig.
De stengels zijn behaard en zijn soms ook bedekt met klierharen.
De stengel is kantig of rolrond.
Het blad is eirond-lancetvormig.
Het zaad zit in langwerpige doosvruchten die met 4 kleppen opensplijten. Het zaad is pluizig en wordt door de wind verspreid.

SPECIFICATIES - harig_wilgenroosje
familieTeunisbloemfamilie (Onagraceae)
info familiePlanten uit deze familie hebben meestal grote, opvallende bloemen. Ze worden druk bezocht door insecten.
De bloemen zijn meestal 4-tallig (soms 2-, 3- of 5-tallig). Het aantal meeldraden is 2,4 of 8. De bloemkroon is losbladig. Het vruchtbeginsel onderstandig.
De bloembodem is vaak boven het vruchtbeginsel verlengd. Deze kelkbuis draagt de kelk, de kroonbladen en de meeldraden. Er is 1 stijl, 1 stempel, deze is knotvormig of 2- of 4-lobbig.
naam harig_wilgenroosje (Epilobium hirsutum)
waar natte, voedselrijke grond langs oevers, slootkant en moerassige plaatsen
bloei juni - september
kleur rood
blad lijkt op wilgenblad, verspreid langs de stengel
vrucht doosvrucht