Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Grote waterweegbree (Alisma%20plantago-aquatica)
De bloemen van de Grote waterweegbree vormen een pluim die bestaat uit talrijke kransen rond de stengel. De vruchtjes staan in een cirkelvormige of iets driehoekige, vlakke rij.
De meeldraden zijn dubbel zo lang als het vruchtbeginsel. De stijl is lang en staat bijna rechtop. De stempel heeft fijne papillen, deze kun je met een loep zien. De vruchten raken elkaar aan de binnenkant niet, op de rug hebben ze meestal 1 groef (2 groeven bij de andere soorten). De bloemen openen zich pas in de middag, die van de Smalle gaan al tussen 7.00 en 8.00 in de ochtend op, die van de Slanke rond 9.00 uur.
De meeldraden zijn dubbel zo lang als het vruchtbeginsel. De stijl is lang en staat bijna rechtop. De stempel heeft fijne papillen, deze kun je met een loep zien. De vruchten raken elkaar aan de binnenkant niet, op de rug hebben ze meestal 1 groef (2 groeven bij de andere soorten). De bloemen openen zich pas in de middag, die van de Smalle gaan al tussen 7.00 en 8.00 in de ochtend op, die van de Slanke rond 9.00 uur.
Kenmerken van het geslacht Waterweegbree (Alisma) waartoe Grote waterweegbree behoort.
Er komen in Nederland 4 soorten voor: de Smalle, de Slanke, de Grote en de Drijvende waterweegbree.
Er komen in Nederland 4 soorten voor: de Smalle, de Slanke, de Grote en de Drijvende waterweegbree.
| familie | Waterweegbree (Alismataceae) |
| info familie | Kruidachtige water- of moerasplanten. Bladen in een wortelrozet of langs de stengel verspreid. Bij de meeste soorten zijn de eerst gevormde bladen lijnvormig, pas later ontwikkelen zich bladen met een echte bladschijf. Hierdoor kan het blad aan een plant zeer verschillend zijn. In dieper water worden meestal alleen lijnvormige bladen gevormd. De bloemen hebben 3 kelkbladen, 3 kroonbladen en 6 meeldraden. Vruchtbeginsel bovenstandig, vrij of aan de voet vergroeid. De vrucht is een nootje. |
| naam | grote_waterweegbree (Alisma plantago-aquatica) |
| waar | in zoet water |
| bloei | juni - september |
| kleur | wit tot licht rose-violet met gele nagel |
| blad | blad boven water uitstekend: groot, eirond, lepelvormig, met afgeronde of iets hartvormige voet, in diep en stromend water lang en lijnvormig |
| vrucht | eenzadige dopvrucht, 2-3 mm groot, gesnaveld, rug met 1 groef |