Klik op de afbeelding voor vergrote weergave met beschrijvende tekst
Grote tijm (Thymus%20pulegoides)
Het onderscheid tussen de verschillende tijmsoorten is nogal lastig. Je moet naar het tweede stengellid onder de bloem kijken: de stengel is vierkant en er zitten alleen haren op de ribben: grote tijm (T. pulegoides. De stengel is vierkant en rondom behaard: Kleine of wilde tijm (T. serpyllum). De stengel is vierkant, twee tegenoverliggende zijden zijn behaard, de andere twee niet: Kruiptijm (P. praecox).
Het blad van Grote tijm is relatief dun en slap, eirond tot elliptisch en heeft aan de onderzijde niet of nauwelijks verdikte nerven.
De 2 onderste kelktanden zijn langer en veel smaller dan de bovenste 3. De bloemen staan in een schijnkrans.
Het blad van Grote tijm is relatief dun en slap, eirond tot elliptisch en heeft aan de onderzijde niet of nauwelijks verdikte nerven.
De 2 onderste kelktanden zijn langer en veel smaller dan de bovenste 3. De bloemen staan in een schijnkrans.
Kenmerken van het geslacht Tijm (Thymus) waartoe Grote tijm behoort.
Kleine, sterk geurende heestertjes, het blad heeft een gave rand, de bloemen staan in schijnkransen, meestal in hoofdjes aan het eind van de takken. In Nederland voorkomende soorten zijn: Echte tijm (Thymus vulgaris) - een keukenkruid, Grote tijm (T. pulegioides), Kleine tijm (T. serpyllum) en Kruiptijm (T. praecox).
Een belangrijk kenmerk van de tijmsoort is de beharing van de stengel op het tweede stengellid onder de bloeiwijze.
Kleine, sterk geurende heestertjes, het blad heeft een gave rand, de bloemen staan in schijnkransen, meestal in hoofdjes aan het eind van de takken. In Nederland voorkomende soorten zijn: Echte tijm (Thymus vulgaris) - een keukenkruid, Grote tijm (T. pulegioides), Kleine tijm (T. serpyllum) en Kruiptijm (T. praecox).
Een belangrijk kenmerk van de tijmsoort is de beharing van de stengel op het tweede stengellid onder de bloeiwijze.
| familie | Lipbloemfamilie (Labiatae of Lamiaceae) |
| info familie | Alle planten uit deze familie hebben kruisgewijs staande bladeren en vierkante stengels. Het zijn over het algemeen kruidachtige planten. De bloemen staan in schijnkransen. De kelk is 5-10-tandig. Van de bloemen zijn de kroonblaadjes vergroeid tot 2 lippen, de bovenlip bestaat meestal uit 2 delen, de onderlip uit 3. Er zijn 4 meeldraden, 2 langere en 2 kortere of slechts 2. Er is 1 stijl met 2 stempels. De vrucht is een 4-delige splitvrucht. |
| naam | grote_tijm (Thymus pulegoides) |
| waar | kalkrijke grond in de duinen; kalkarm diluvium |
| bloei | juni - september |
| kleur | rozerood, soms wit |
| blad | aan de voet gewimperd, eirond tot elliptisch, vrij slap en dun, aan de voet versmald |
| vrucht | vier dopvruchtjes |